Pagina:Van Alphen, Proeve van kleine gedigten voor kinderen (1779).pdf/63

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


De winter, lieve Saartje!
Zei Pietjen, is de beste,
Dan hooren wij vertellen,
En drinken chocolade,
Of eeten dikke wafels.

Neen ik verkies den zomer
Zei Keesje, dan is 't kermis.
Dan hoef ik niet te leeren.

Maar ik zei, 't is het beste,
Als meest de vrugten rijp zijn.
Dan valt er braaf te knappen.
Dan heeft men abricoozen,
En pruimen, en morellen,
En perzikken, en peeren:
En is dat niet in 't najaar.

Hoort kinders, zeide Saartje.
De winter moet de velden
En tuinen vruchtbaar maken.
Met moet de boomen snoeien;
Den akker moet men mesten;
Dat doet men in de winter.
De boomen moeten bloeien,