Pagina:Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de economische en monetaire unie.pdf/15

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

ARTIKEL 4

Wanneer de verhouding tussen de algemene overheidsschuld en het bruto binnenlands product van een verdragsluitende partij de in artikel 1 van het aan de Verdragen van de Europese Unie gehechte Protocol (nr. 12) betreffende de procedure bij buitensporige tekorten bedoelde referentiewaarde van 60 % overschrijdt, verbindt die verdragsluitende partij zich ertoe deze verhouding met gemiddeld een twintigste per jaar als benchmark te verminderen, overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten, als gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1177/2011 van de Raad van 8 november 2011. Over het bestaan van een buitensporig tekort door het niet naleven van het schuldcriterium wordt besloten in overeenstemming met de in artikel 126 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bedoelde procedure.

ARTIKEL 5

1. Een verdragsluitende partij die onderworpen is aan een buitensporigtekortprocedure krachtens de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrondvest, stelt een budgettair en economisch partnerschapsprogramma in dat een gedetailleerde beschrijving bevat van de structurele hervormingen die moeten worden ingesteld en uitgevoerd met het oog op een effectieve en duurzame correctie van haar buitensporige tekort. De inhoud en de vorm van deze programma's worden in het recht van de Europese Unie vastgesteld. Het ter goedkeuring indienen ervan bij de Raad van de Europese Unie en bij de Europese Commissie en het toezicht erop zullen geschieden in het kader van de bestaande toezichtsprocedures uit hoofde van het stabiliteits- en groeipact.