Pagina:Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de economische en monetaire unie.pdf/9

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

ER NOTA VAN NEMEND dat het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, het Groothertogdom Luxemburg, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland verdragsluitende partijen zijn die de euro als munt hebben en dat zij als zodanig door dit Verdrag gebonden zijn vanaf de eerste dag van de maand volgende op de nederlegging van hun akte van bekrachtiging, indien het Verdrag op die datum van kracht is;

ER TEVENS NOTA VAN NEMEND dat de Republiek Bulgarije, het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, Hongarije, de Republiek Polen, Roemenië en het Koninkrijk Zweden verdragsluitende partijen zijn die, als lidstaten van de Europese Unie, op de datum van ondertekening van dit Verdrag een derogatie of ontheffing van deelname aan de eenheidsmunt hebben en, zolang deze derogatie of ontheffing niet is ingetrokken, uitsluitend gebonden zijn door de bepalingen van de titels III en IV van dit Verdrag waarvan zij bij de nederlegging van hun akte van bekrachtiging of op een latere datum verklaren voornemens te zijn erdoor gebonden te zijn;

ZIJN DE VOLGENDE BEPALINGEN OVEREENGEKOMEN: