Pagina:Verdrag van Lissabon (Publicatieblad van de EU, 51e jrg. 9 mei 2008).pdf/324

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

PROTOCOL (Nr. 36)
BETREFFENDE DE OVERGANGSBEPALINGEN

DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN,

OVERWEGENDE dat voor de overgang van, enerzijds, de institutionele bepalingen van de verdragen die van toepassing zijn tot de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon naar, anderzijds, de bepalingen van bedoeld verdrag, overgangsbepalingen moeten worden vastgesteld,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT omtrent de volgende bepalingen, welke aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie worden gehecht:

Artikel 1

In dit protocol wordt onder „de Verdragen" verstaan het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie:

TITEL I
BEPALINGEN INZAKE HET EUROPEES PARLEMENT

Artikel 2

Tijdig vóór de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2009 stelt de Europese Raad, overeenkomstig artikel 14, lid 2, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, een besluit inzake de samenstelling van het Europees Parlement vast. Tot het einde van de zittingsperiode 2004-2009 blijven de samenstelling en het aantal leden van het Europees Parlement die welke bestonden bij de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon.

TITEL II
BEPALINGEN INZAKE DE GEKWALIFICEERDE MEERDERHEID

Artikel 3

1. Overeenkomstig artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie worden de bepalingen van dat lid en van artikel 238, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie inzake de bepaling van de gekwalificeerde meerderheid van stemmen in de Europese Raad en de Raad van kracht op 1 november 2014.

2. Wanneer, tussen 1 november 2014 en 31 maart 2017, een besluit moet worden genomen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, kan een lid van de Raad verzoeken dat het besluit wordt genomen met de in lid 3 omschreven gekwalificeerde meerderheid. In dat geval zijn de leden 3 en 4 van toepassing.