Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/40

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Met dezelfde straf wordt gestraft hij die, met gelijke wetenschap of een gelijke reden tot vermoeden, de inhoud van een zodanig geschrift openlijk ten gehore brengt.

Indien de schuldige een van de misdrijven omschreven in dit artikel, in zijn beroep begaat en er, tijdens het plegen van het misdrijf, nog geen vijf jaren zijn verlopen, sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een van deze misdrijven onherroepelijk is geworden, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

Artikel 171 [1]

Hij, die in het openbaar uiting geeft aan gevoelens van vijandschap, haat of minachting jegens de Regering van Suriname, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zeven jaren of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.

Artikel 172 [2]

Hij, die een geschrift of afbeelding, waarin gevoelens van vijandschap, haat of minachting jegens de Regering van Suriname tot uiting komen, verspreidt, openlijk ten toon stelt of aanslaat, of, om verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen te worden, in voorraad heeft, wordt, indien hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden, dat in het geschrift of de afbeelding zodanige uiting voorkomt, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.

Met dezelfde straf wordt gestraft hij die, met gelijke wetenschap of een gelijke reden tot vermoeden, de inhoud van een zodanig geschrift openlijk ten gehore brengt.

Indien de schuldige een van de misdrijven omschreven in dit artikel, in zijn beroep begaat en er, tijdens het plegen van het misdrijf, nog geen vijf jaren zijn verlopen, sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een van deze misdrijven onherroepelijk is geworden, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

Artikel 173 [3]

Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk in beledigende vorm uitlaat over het openbaar gezag in Suriname, over een openbaar lichaam of over een openbare instelling, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste drieduizend gulden.

Artikel 174 [4]

Hij die een geschrift of afbeelding, waarin een uitlating in beledigende vorm over het openbaar gezag in Suriname, over een openbaar lichaam of over een openbare instelling voorkomt, verspreidt, openlijk ten toon stelt of aanslaat of, om verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen te worden, in voorraad heeft, wordt, indien hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden, dat in het geschrift of de afbeelding zodanige uitlating voorkomt, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.

Met dezelfde straf wordt gestraft hij die, met gelijke wetenschap of een gelijke reden tot vermoeden, de inhoud van een zodanig geschrift openlijk ten gehore brengt.

Indien de schuldige een van de misdrijven omschreven in dit artikel, in zijn beroep begaat en er, tijdens het plegen van het misdrijf, nog geen twee jaren zijn verlopen, sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een van deze misdrijven onherroepelijk is geworden, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

  1. Ingev. bij G.B. 1939 no. 50; Gew, bij S.B. 1984 no. 17.
  2. Ingev. bij G.B. 1933 no. 94; Gew, bij G.B. 1939 no. 50. S.B. 1984 no. 17; Zie Verbeterblad S.B. 1984 no. 25.
  3. Ingev. bij G.B. 1939 no. 50; Gew, bij S.B. 1984 no. 17.
  4. Ingev. bij G.B. 1939 no. 50; Gew, bij S.B. 1984 no. 17.