Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/96

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren.

Artikel 468 [1]

De schipper van een Surinaams schip die, buiten noodzaak of in strijd met enig wettelijk voorschrift, gedurende de reis het schip verlaat, en ook aan zijn scheepsvolk daartoe last of vergunning geeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden.

Artikel 469 [2]

De schipper van een Surinaams vaartuig die, buiten noodzaak en buiten voorkennis van de eigenaar of de rederij, handelingen pleegt of gedoogt, wetende dat deze het vaartuig of de lading aan opbrenging, aanhouding of ophouding kunnen blootstellen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste zes honderd gulden.

De opvarende die, buiten noodzaak en buiten voorkennis van de schipper, met gelijke wetenschap gelijke handelingen pleegt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen maanden of geldboete van ten hoogste zes honderd gulden.

Artikel 470 [3]

De schipper van een Surinaams schip die opzettelijk buiten noodzaak aan een opvarende niet verschaft datgene wat hij verplicht is hem te verschaffen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.

Artikel 471 [4]

De schipper van een Surinaams schip die opzettelijk buiten noodzaak of in strijd met enig wettelijk voorschrift goederen werpt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.

Artikel 472

Hij die lading, scheepsvoorraad of scheepsbehoefte aan boord van een vaartuig aanwezig, opzettelijk en wederrechtelijk vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren.

Artikel 473 [5]

De schipper die de Surinaamse vlag voert, wetende dat hij daartoe niet gerechtigd is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.

Artikel 474 [6]

De schipper die opzettelijk door het voeren van enig onderscheidingsteken aan zijn vaartuig de schijn geeft alsof het een Surinaams oorlogsvaartuig of een staatsvaartuig ware, of een loodsvaartuig in Surinaamse wateren of zeegaten dienstdoende, wordt gestraft met

  1. Gew. bij S.B. 1984 no. 17.
  2. Gew. bij S.B. 1984 no. 17.
  3. Gew. bij S.B. 1984 no. 17.
  4. Gew. bij S.B. 1984 no. 17.
  5. Gew. bij S.B. 1984 no. 17.
  6. Gew. bij G.B. 1938 no. 39, S.B. 1984 no. 17.