Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/23

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
7
DE KERSTROOS.

dere bloem, die ze met hetzelfde doel bezoeken over te brengen, waar het dan licht aan de kleverige stempels blijft hechten.

Vonden deze diertjes niet iets in de bloemen dat van hun gading is, dan zou daar natuurlijk niets van komen. Nu snuffelen ze daarin rond, wetende dat op den bodem ervan gewoonlijk wat voor hen te vinden is.

Die honig of nektar, waar het hun om te doen is, ligt somtijds open en bloot onder in de bloem, maar is toch meestal bevat in afzonderlijke behouders, veelal tusschen schubjes, in sporen of in bekertjes, die men daarom nektarieën noemt.

Waar men die nektarieën in de bloemen aantreft, en men vindt ze in vele, kan men wel zeker zijn dat de bevruchting althans ten deele van insecten afhankelijk is, ook al wenscht men niet mee te gaan met hen, die haar steeds absoluut van die diertjes afhankelijk stellen. In vele gevallen leert de ondervinding wel is waar dat dit zoo is, maar in niet weinige ook dat de bevruchting tóch plaats heeft, al werden de bloemen niet door insecten bezocht.

Dán echter heeft er steeds zelfbevruchting plaats, d.w.z. met stuifmeel uit dezelfde bloem, terwijl de insecten eene kruisbevruchting bevorderen, daar zij het stuifmeel uit de ééne bloem op den stempel der andere brengen, wat voor een krachtiger nakomelingschap bevorderlijk is.

Hierover verder uit te weiden ligt thans niet in mijn plan. Het feit alleen wilde ik in herinnering brengen.

Zien we nu eens hoe de bloem der Helleborus is samengesteld.

Wat hierbij het meest in 't oog loopt is die krans van vijf witte, aan den voet groene bladeren. Dat men die krans voor de bloemkroon houdt is natuurlijk, maar, even als bij ver-