Pagina:Zola - J’accuse…!, paru dans L’Aurore, 13 janvier 1898.djvu/22

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

de harten verstoren en de geesten bederven. Ik kan me geen grotere burgerlijke misdaad voorstellen.

Ziedaar, mijnheer de president, de feiten die uitleggen hoe een rechtsdwaling mogelijk was; en de morele bewijzen, de financiële situatie van Dreyfus, het ontbreken van motieven, zijn voortdurende schreeuw van onschuld, dit alles toont aan hoe hij het slachtoffer werd van de opmerkelijke verbeelding van commandant Du Paty de Clam, van het geestelijke milieu waarin hij zich bevond, van de jacht op de "vuile Joden" die onze tijd onteert.