Pagina:Zola - J’accuse…!, paru dans L’Aurore, 13 janvier 1898.djvu/32

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

en verbaast hij Parijs met zijn heftige houding. Hij had hulp gekregen, hij had een anonieme brief ontvangen die hem waarschuwde voor de intriges van zijn vijanden, een geheimzinnige dame had zelfs ’s nachts de moeite genomen om hem een stuk te overhandigen dat gestolen was van de generale staf, dat hem moest redden. En ik kan niet anders dan terugkomen op overste Du Paty de Clam, ik herken de uitwegen van zijn vruchtbare verbeeldingskracht. Zijn meesterwerk, de schuld van Dreyfus, liep gevaar, en hij wilde natuurlijk zijn meesterwerk verdedigen. De heropening van het proces, dat was zo’n buitensporige en tragische ineenstorting van zijn stuiverromans,