De Katholieke Illustratie/Jaargang 1/Nummer 28/De Zouaven en hun onderhoud

Uit Wikisource
De aanwending der petroleum voor stoomketels De Zouaven en hun onderhoud (1867) door onbekend auteur

De Katholieke Illustratie, jrg. 1, nr. 29 (1868), p. 224.

Eene groote merkwaardigheid
Uitgegeven in 's-Hertogenbosch door Administratie van de Katholieke Illustratie (uitg. door Henri Bogaerts).

[ 224 ]DE ZOUAVEN EN HUN ONDERHOUD. In Frankrijk en op vele plaatsen in België heeft men eene onderneming op touw gezet, die bewondering en navolging verdient. Men zendt den H. Vader niet alleen Zouaven, maar ook geld om in hun onderhoud te voorzien. Dat doen wij ook, zullen onze lezers al dadelijk zeggen. Ongetwijfeld, en nooit genoeg kan de ijver geroemd worden, waarmede Nederland zijne zonen en zijne schatten naar Rome zendt.

Zeggen wij in weinige woorden hoe onze naburen het; aanleggen om op gemakkelijke wijze de Zouaven te ondersteunen. Iedere gemeente, of zij Zouaven of niet naar Rome zendt, verzamelt jaarlijks eene som van 500 francs voor het onderhoud van één Zouaaf. Zeer kleine gemeenten vereenigen zich om een Zouaaf te onderhouden. Grootere gemeenten nemen er meerdere voor hunne rekening, in verhouding van de bevolking. Zoo onderhoudt Gent b. v. 14 Zouaven; het zendt jaarlijks voor hen 7.000 francs naar Rome. Om deze gelden bijeen te brengen, teekenen de inwoners eener gemeente voor eene vaste wekelijksche of maandelijksche som, die op den bepaalden tijd wordt geïnd, en hierdoor komt de jaarlijksche bijdrage ongevoelig tot stand. Nemen wij b. v. eene gemeente waarin 250 Katholieken wonen. Als deze zich tot het doel willen vereenigen, is hunne jaarlijksche bijdragen gemiddeld een gulden of 2 centen per week. Daar nu bijna iedereen tot deze bijdragen in staat is, kan ook bijna iedere gemeente van 250 Katholieken een Zouaaf onderhouden. Zendt zij er een Zouaaf in persoon bij, nog beter.