Pagina:Adama van Scheltema, Van zon en zomer (1918).pdf/8

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


DE HEI


Over de dorre vlakte
Der heide zakte
Het doode licht, —
De donkere dag wekte
Den nacht, en dekte
De wereld dicht.

Boven voeren de wolken
Als donkere volken
Uit vroeger tijd,
—'Ik was dolend gezworven
Tot een gansch bestorven
Vergetelheid.

Al 't leven was verzwolgen
In 't eeuwig verbolgen
Starre verschiet, —
Alleen de winden zwierden
Er samen, en gierden
Hun eenzaam lied.