Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/101

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

lijden en de bange vooruitzichten van dit volk begrepen; zij was jong, vroolijk, gelukkig; zij kon goedig zijn; haar hart kon niet verstompt wezen voor het medelijden; in haar Duitsch vaderland had ze noch de Spaansche staatkunde, noch het Spaansch despotisme leeren begrijpen; wat was natuurlijker, dan dat zij alleen de strengheid van den landvoogd verdacht en beschuldigde? Hoe gaarne had zij genade en zachtheid geoefend, die schoone vorstelijke deugden! maar zij kon daarvoor niets dan beloven...

Zoodra het volk wist, dat zij beloofde, stroomde het klachten en smeekschriften tot haar, die alle als zoovele beschuldigingen waren tegen den regent; was het vreemd, dat zij een afschuw kreeg van den man, die haar de schoonste dagen van haar jonkvrouwelijken viertijd door zulke tranen bedierf, en die hare glansrijke droomen door zulk eene werkelijkheid vernietigde? Maar meer nog; een meer bepaald verzoek werd haar koninklijken invloed aanbevolen, en een zulk, dat niet onder de menigte kon verloren gaan. Dat gedeelte van den Vlaamschen adel, dat voor Montigny partij trok, hetzij als vrienden, hetzij als verwanten, wist haar belang in te boezemen voor dezen edelman, in Spanje gevangen onder zeer ongunstige vooruitzichten; de namen van Egmond en Hoorne, toen reeds onder den ijzeren staf des Hertogs gevallen, werden met opzet bitter en klagend uitgesproken; men duchtte voor den Heer van Montigny hetzelfde lot... Anna Maria gaf haar woord, dat het eerste verzoek, door haar aan haar koninklijken bruidegom te doen, zijn leven zoude zijn en zijne vrijheid.

De eerste bede eener bruid, bevallig en jeugdig als deze, aan een gemaal, die reeds grijze haren droeg, en die dus in toegevendheid vergoeden moest, wat hij in liefde te kort zou schieten!... aan een Vorst als Filips bovenal, die zoo gaarne het masker van zachtheid voor het oog der wereld bewaarde; dit eerste verzoek, waarvan Europa als getuige zou zijn, hij kon het niet weigeren, niet met eenigen schijn van gewone Vorstenheuschheid... het kon niet mislukken... de Vlaamsche adel was gerust! — en toch het mislukte! Montigny was gestorven, een verdachten dood gestorven, vóórdat de Koningin een voet in Spanje zette; Filips had den aanslag op zijn genadezin niet durven afwachten... men hield het voor zeker, dat Anna's woord zijn dood had verhaast! — en de vijanden van Alba fluisterden haar