Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/166

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

mede had gewonnen, begon nu eindelijk naar meer zekere hulp om te zien. Met zijne eigene legermacht zou hij zijn recht op de erfopvolging bewijzen; maar Alba's zwaard vertrouwde hij nog meer dan deze; zonder dat ten minste rekende hij niet op eene overwinning, en al ware in zijn hoofd de tijd al nog niet dáár geweest, waarop hij dezen de vrijheid meende terug te geven, het was ten minste het tijdstip, waarop hij hem ontslaan kon op eene waardige wijze, en zonder voor zich zelven of voor den Hertog stof te geven tot vreemde uitleggingen, of tot dezulken, die dieper gingen dan de Koning het wilde; het was de natuurlijkste en eenvoudigste wijze, om aan de langdurige spanning en aan het vorstelijk onrecht een einde te maken, een zulken veldheer in rang en vrijheid te herstellen, ten dage van een nieuwen oorlog, al ware hij ook om zware misdaden van beide beroofd geweest; nu kon men nog blijven twijfelen, of hij voor een groot of een klein vergrijp vergiffenis kreeg, bij eene gelegenheid als deze!

Nog in den eigen namiddag schreef Alba aan Filips, dat hij de nieuwe taak op zich nam, maar dat hij bad, zich eerst te mogen verantwoorden van wat men hem ten laste leide, van wat zijne gevangenschap kon hebben veroorzaakt. Het was niet voegzaam, oordeelde hij, dat een man, wien zulke hooge belangen werden toevertrouwd, gedrukt zou blijven onder de verdenking van eenige grove fout; en dat hij met geenerlei rust voor zijn land zoude strijden, vóór hij eene verklaring had gehad met zijn Koning.

Die brief werd door Don Emanuel naar Madrid overgebracht, zoowel als Alba's stout antwoord. ― Maar hetzij de Koning ditmaal zijn veldheer te noodig had. om zich te willen vertoornen, hetzij hij de billijkheid voelde van eene verontwaardiging, die zich eindelijk lucht gaf, hetzij hij zoo volkomen had vergeven, dat hij ook de nieuwe vermetelheid verschoonde.... het werd den Hertog niet euvel genomen; evenmin echter werd zijn verzoek, om zich te mogen verantwoorden, verhoord.

Filips herhaalde hem, lakoniek weg, het bevel, om zonder nader uitstel zijn post te aanvaarden, met de bijvoeging, dat hij zich in Portugal het best zuiveren zoude. En welke hardheid er ook lag in die volstandige weigering, om den Hertog te hooren, er lag een grootsch vertrouwen in, dat in waarheid de beste vergoeding moest zijn voor het geledene, en eene hoogere vrijspraak, dan die, welke een koninklijke zegelbrief had kunnen geven. Het was