Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/168

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

En hij heeft dat groote vertrouwen grootsch beantwoord. Van dat hij Portugal binnentrok, totdat hij uit Lissabon aan Filips schreef, om hem geluk te wenschen met de aanwinst van een koninkrijk, was zijn tocht niets geweest, dan een doorgaand zegevieren, en zijn gedrag geen ander, dan dat der sprekendste trouw aan Filips en der voorzienigste waakzaamheid voor zijne belangen; toen de Koning onder de vreugde van dit nieuwe geluk bijna bezweek, was Alba dáár, om te zorgen, dat hem voorloopig door Portugal's aanzienlijksten eene trouw gezworen werd, die, bij een mogelijk overlijden, de opvolging verzekerde aan zijn erfgenaam; maar toch de Heer van het groote schiereiland verrees, en de Hertog kon zijne trotsche profetie bewaarheid noemen, toen hij te Tomar de kroning verordende van den nieuwen Koning van Portugal, toen hij zijn meester omhangen zag met den gouden Portugeeschen koningsmantel: de karakterlooze Braganza, het allereerst zijne eigene plundering zag bevestigen door een eed, dien adel en grooten herhaalden, en dien het volk toejuichte.

Toen zeker had hij zich bij Filips volkomen verantwoord, schoon er tusschen hen nooit eene andere opheldering heeft plaats gehad. En de trotsche vreugde, die daarbij uit Alba's trotsche blikken schitterde, bewees den Koning, dat ook hij zijne voldoening genoegzaam had gevonden.

Kort was daarna nog slechts zijn leven, maar vervuld en werkzaam dat ééne jaar, gelijk de twee voorgaande ledig en werkeloos geweest waren. Portugal was wel veroverd, maar niet gansch onderworpen; niet alle partijen ten minste gesmoord; niet alle mededingers geheel zonder klachten; niet alle aanspraken opgegeven, en de houders daarvan ontmoedigd. En Alba was altijd zich zelven gelijk, de onverbiddelijke, die niets ontzag wat tegenstond; die geene rechten erkende, dan die van Filips II. Portugal gevoelde het vreeselijk, dat de Stadhouder der Nederlanden meester geworden was van zijn lot.

En toen het wintermaand was geworden van het jaar 1580, werd er in het koninklijk paleis van Lissabon [1] een ziekbed gespreid, dat een doodleger zou worden voor den man, die vier en zeventig jaar lang de bewondering en de schrik van Europa

  1. Anderen zeggen te Tomar.