Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/295

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

door mijn tuin hierheen te komen, nemende den doorgang van uw achterhuis, Mevrouwe, die mij bekend is sinds langen tijd. — Bastiaan heeft mij ingelaten!" Een kreet van blijdschap, door de beide vrouwen geslaakt, gaf hem voldoening voor die bekentenis.

Maria was nu weder geheel zich zelve. »Overweeg, Mijnheer" sprak zij, »of onze bekommerdheid zoo gansch overbodig was, en of wij niet leven in tijden, dat ook de luiden van weleerlijken wandel en vromen zin, en wel allermeest zij, vervolging te duchten hebben; gedenk, hoe de ongerechtigheid der menschen eene andere weegschale houdt dan de gerechtigheid Gods, en hoe ons heden ten dage tot schuld wordt gerekend, wat ik vastelijk vertrouwe dat ons hier namaals zal rechtvaardigen voor God, het vasthouden aan het gezuiverd geloof."

»Is ’t van deze dingen dat ge spreekt, joffer!" zei Voogd getroffen, »dan zullen wij elkander wel ras verstaan; wat mij belangt, voor u wil ik het niet verhelen… ik heb mij gevoegd bij de Christenen, die zich houden aan de leeringe van den grooten Hervormer Calvyn!"

»Dat is bekend, Mijnheer! en tot mijn leedwezen niet aan mij alleen, maar ook aan den Schout van Dordrecht, die het der Raad heeft aangediend; gij zoudt de geheime vergaderingen hebben bijgewoond?"

»Zoo heb ik weinig verdienste u toe te stemmen, dat hij de waarheid heeft gezegd" hernam Adam Voogd zonder eenige verlegenheid.

»Wees indachtig dat ze verboden zijn…"

»Het is zoo, in dezen heb ik gefaald; doch ik heb daarin den drang mijner consciëntie gevolgd en wete niet daarmede iemand gekrenkt of benadeeld te hebben."

»Naar mijne opinie hebt gij gelijk, maar de Schout oordeelt anders en is er op uit u ter dezer oorzaak proces aan te doen."

»De Schout zal wel wijzer wezen, hij zou er niets mee winnen ik sta op den besten voet met onderscheiden leden der Regeering; ik weet niet dat ik hier vijanden heb en…"

»Goede Heer, laat u toch niet blinden door eene valsche gerustheid, om mijne waarschuwing te minachten" hernam Maria met klimmend gevoel, »ze komt voort uit hartelijke Christelijk belangstelling en is niet gegrond op een los vermoeden, maar op eene droeve gewisheid. Een proces om geloofskwestië is in de-