Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/302

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

gezinde regeeringsleden trokken in stilte af en werden deswege met den schimpnaam van Glippers gekenmerkt. Onder de Glippers telde men ook Jan van Drenkwaart, die, na eene mannelijke verdediging van de zaak des Konings voor den drang der omstandigheden had moeten zwichten. Hij en zijne partij hadden ook te Dordrecht den boog te strak gespannen, de peeze moest springen. Wij gelooven, dat het volk hem bij zijn aftocht juichend nazong:

„Strenge heeren,
Kort regeeren."

Cornelis van Beveren

Was de eerste Borgerheer van Hollands eerste stad,
Nadat de Batavier het dwanggeloof verbad.


Zooals zijn lofdichter zingt!

Onder zijn bestuur had de vervolging om des geloofs wille opgehouden, — zooveel in zijne macht was, want verhinderen kon hij het niet geheel, dat de verdrukte partij, nu de heerschende geworden, in de duizeling van de onverwachte zegepraal hier en daar eene schrikkelijke wederwraak nam. Het volk stoorde zich niet aan de verbintenis, door de regenten aangegaan, waarbij allen gewetensvrijheid was toegestaan; die gelijkstelling achtte het eene schrale genoegdoening voor de zware verdrukking, die men zelf geleden had; het wilde zich eene ruimere verschaffen, die niet in het verdrag was aangewezen. Zooveel onschuldige offers schreeuwden om wraak — het is zeer verklaarbaar — al is het zeer weinig Evangelisch, dat de overwinnaars naar die stemme luisterden. Lumey en zijne woeste benden waren maar al te gereed om aan zulke daden den steun hunner wapenen te geven. Maar de regeering verhinderde wat zij konde; van Beveren bovenal had zich het martelen van pastoor Andreas Walthersen sterk aangetrokken, zich daarover met zoo heftige klachten aan Lumey gewend, en zich bij het verdedigen van mishandelde Roomschgezinden dus opgewonden, dat hij, door eene zenuwflauwte overvallen, voor des Graven voeten nederstortte. Voorwaar, men herkent den vader van onze Maria… maar wij verloren haar uit het oog. Vele uitgewekenen keerden naar Dordrecht terug, en onder dezen ook Adam Voogd. Zijne goederen waren verbeurd verklaard; zijn handel