Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/304

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

JAN WOUTERSZ. VAN CUYCK.

KUNSTSCHILDER EN MARTELAAR.



        De kroon is niet zoo waard en zoet,
        Waaraan men ligt geraken kan
        Dan die, gehaald door zweet en bloed
        Niet staat gereed voor alle man.
           D. Rz. Kamphuyen, Stichtelijke
            Rijmen.


I.

Zeer waarde lezers! wij voeren u naar de werkplaats van een Hollandsch schilder. Dat niemand zich echter door zijne verbeelding late verleiden, om hier te denken aan een ruim, prachtig atelier, voorzien van alles wat kunstzin en goede smaak kunnen samenbrengen, om den kunstenaar bij zijn werk tot hulpmiddelen te zijn en zijn oog behagelijk aan te doen; met één woord, wij leiden u niet in bij eenig schilder van onzen tijd, die allen in meer, dere of mindere mate het geheim verstaan, zich door de kunst te laten dienen, terwijl zij haar dienen, en die dus hunne omgeving in overeenstemming weten te brengen, zoowel met de eischen van hun werk, als met die der weelde en die van hun smaak. Onze kunstenaar is niet van onzen tijd, en daarbij, hij verkeert in omstandigheden, die hem geene gelegenheid laten, om aan zijne comforts te denken, zelfs al had men de beteekenis van dat woord in 1572 zoo goed begrepen als in onze eeuw.

Het armelijke bovenvertrek op den Rietdijk te Dordrecht dan was eene schilderkamer, in zoover men er de volstrekt onontbeerlijke hulpmiddelen vond om te schilderen, en er door het eenige