Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/353

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

nis van zwart fluweel tot op de sieraden en schilderijen toe, gemeenlijk bestemd om het oog aangenaam af te leiden, doch hier kennelijk gekozen met het doel, om het gemoed aan te grijpen en de ziel te bewegen tot angstige zorge voor hare zaligheid. Beeltenissen van heiligen en martelaren met de werktuigen hunner folteringen bij zich voorstellingen van zielen in ’t vagevuur gekweld, en van anachoreeten zich verpijnende tot de zonderlingste zelfkastijding. Dit alles geschilderd in de manier der vroegste Vlaamsche school, enkelen zelfs van de meesterhand van Markus Geraarts, en van Octavio van Veen. Een portret van Philips II naar het oorspronkelijke van Titiaan, door een zijner leerlingen, paste volmaakt in deze strenge omgeving. Tegenover het ruime ledikant met groen lakensche gordijnen, en Spaansche eschargen (sergie spreien), stond een kunstig gebeeldhouwd bidgestoelte en daarnevens een dressoir, waarop reliquiën in hunne kastjes, paternosters en getijboeken van zeldzame keuze en groote waarde; met één woord, dit vertrek deed bij de eerste intrede denken dat men den voet zette in het bidvertrek van een rijken kanunnik of eenig ander geestelijke van hooger rang, En toch was die onderstelling valsch, De heer des huizes zit bij de tafel, en niets in zijn gewaad of zijn uiterlijk verraadt den geestelijke; zijne kleeding bestaat in een bruin zijden huispels met sabelbont gevoerd, losjes heengeslagen over eene onderkleeding van armozijn en fijn lijnwaad, omzet met Mechelsche kant. Zijne voeten rusten op een schabel van een zijden kussen voorzien, en zijn omwikkeld met zachte roode flanel — bewijs dat eenige kwaal zulke koestering noodig maakte.

Zijn haar was reeds grijzende en kort afgesneden, doch blijkbaar had hij geenerlei kruinschering ondergaan; zijn fijne dunne knevels en spitse kinvlok gaven hem, bij den stouten opslag van zijn scherp zwart oog, veeleer een krijgshaftig uiterlijk dan een geestelijk. Zijne gelaatstrekken hebben iets pijnlijks en verdrietigs, zeker lijdt hij veel. onder lichaamskwelling, wellicht ook wordt het verzwaard door zieleleed. Want die man, die nu alles reeft bereikt wat hij kon wenschen, heeft daarvoor zooveel gedaan en zooveel geofferd, dat hij nu in ’t bezit zijnde, wel eens kon oordeelen dit alles te duur betaald te hebben. Hollander van geboorte, doch sinds lang zijn vaderland ontweken, heeft hij zich, om een woord van dien tijd te gebruiken, zoo volkomen gespa-