Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/352

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

voor Willem van Oranje — en al ziet men zich dan terzijdegesteld of met ondank beloond, dan behoudt men een groot goed, dat vorsten niet geven noch ontnemen kunnen — het getuigenis eener onbevlekte consciëntie. Wij overdachten dit alles, omdat wij te spreken hebben van een man, die geacht werd naar de vriendschap eens konings gestaan te hebben, en die er in geslaagd was althans in zijne gunsten te deelen, blijkens den rang en de eerambten, waarin wij hem aantreffen. De koning was Philips II, Spaansch monarch en erfheer der Nederlanden, de gunstgenoot was… doch wij gaan hem opzoeken. Wij vinden hem in een der voornaamste huizen van de straat der kleine Carmelieten te Brussel.

Maar al was het huis hoog en ruim, al werd het bewoond door een rijk en aanzienlijk man, het was er met vroolijker om. De voetstap weerklonk schel en hol over den steenen vloer, al was die met marmer ingelegd; het weinige licht, alleen invallende uit de hoogte door de kleine in lood gevatte glasruiten, door sierlijk schilderwerk nog verduisterd, verhelderde geenszins het sombere aanzien van het donkere houtwerk, waarvan de gebeeldhouwde figuren u aangrijnsden onder schijn van te glimlachen, en al roemt kunstzin hun maker — ze geven u toch te denken aan de fantastische nevengestalten van een koortsigen droom. Kilkoude en somberheid grijpen u aan in dat voorportaal zonder zon, in die kamers zonder licht, in die vochtige gangen, gewelfd als verwulven, en om het bovemhuis te bereiken, moet men zich de moeite getroosten eene slingerende wenteltrap op te stijgen, die veeleer dreigt dan aanlokt.

Toch wordt die moeite beloond voor wie vermaak vindt in ’t aanschouwen der statige Vlaamsche pracht in ’t afloopen der 16de eeuw.

Want het ruime slaapvertrek, dat men dan betreedt, is geheel ingericht in dien stijl, Slechts is de Brabantsche weelde door wat Spaansche, men zou haast zeggen kloosterlijke, strengheid gedempt. Alles is zwaar en drukkend in dit verblijf, van de zwart ebbenhouten meubelen af tot het dikke tapijtwerk toe, voor de deuren uitgespannen of onder de tafels uitgespreid tot wering van de kilheid der blauwe zerkof witte marmersteenen ruitsgewijze ingelegd. Alles werkt hier samen om ’t gemoed tot somberen ernst te stemmen, van het ivoren kruisbeeld af in zijne