Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/51

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

hovelingen waren, die hem met een spottenden glimlach nazagen toen hij daar wegtrok, als onder den slag eener pijnlijke ongenade, mochten zij wel zorgen, dat de Hertog deze lachjes niet opmerkte, daar ze dan gewis met bloedige tranen zouden geboet worden.

Reeds des anderen daags had de Hertog van Alba voldaan aan het verlangen der Gouvernante, en de volmachten die hij uit Spanje medebracht ter inzage overgeleverd. Niet zoo ras waren zij in haar Staatsraad gelezen en onderzocht, of er ontstond algemeen misnoegen en diepe verslagenheid. Behalve zijn recht om als Kapitein-Generaal onbeperkt gezag te voeren over het krijgsvolk, werd hem ook de macht toegekend om de Gouverneurs der Provinciën af- en aan te stellen om kasteelen en sterkten te bouwen waar hij het goed zou achten, om de magistraten te veranderen; in één woord, hem werd eene macht gegeven zooals de Regentes met haar Raad van bestuur te zamen nooit had bezeten, en die Filips zelf, zoo hij in persoon het bewind over de Nederlanden was komen voeren, niet had mogen oefenen. Filips gaf in dezen meer dan hij gerechtigd was te geven, en bij deze opdracht van een dictatoriaal gezag aan zijn Generalissimus deed de Koning een voorbeeldeloozen greep in de voorrechten en vrijheden van zijn volk en in de bestaande overeenkomsten, die hij zelf had bezworen te eerbiedigen en te handhaven. In een vorig tijdperk waren de heftigste onlusten ontstaan over veel lichtere inbreuken op verkregen rechten, en dit nu, daar het gansche land in spanning verkeerde, omdat nevens de nooit sluimerende zucht tot het herwinnen van ’t geen langzamerhand was ontnomen, ook nog nieuwe denkbeelden heerschende werden omtrent de rechten en plichten van Vorsten en volken onderling. Wat hieruit volgen moest? De leden van den Staatsraad durfden het niet voor zich zelven indenken, veel min tegen elkander uitspreken. De staatsgreep van Filips had dit met menige andere na den zijnen gemeen, dat hij als met verlamming trof alleerst diegenen, die geroepen waren er tegen op te komen.

Wat de Gouvernante betrof, haar spijt en gramschap steeg tot wilde woede reeds op het eerste inzien der volmacht! — Dit alles aan een Alba! den man waartegen zij had gewaarschuwd,