Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/52

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

onder al ’s Konings raadslieden juist die, welke het meest impopulair was in de Nederlanden bij adel en volk beiden!

Maar dit was niet eigenlijk het bedrijf des Konings — Alba zelf had het dus gewild; hij had het hem ingeblazen, hij had het doorgedreven in ’s Konings raad; zijn eeren heerschzucht was niet te verzaden geweest dan met het hoogste, en de Koning had zich in zijne besluiteloosheid laten trekken door wie het meeste geweld had gebruikt. Ja, hé kon niet anders zijn, en toch moest zij den aanmatigenden indringer ontvangen. Hij had opnieuw een gehoor aangevraagd, en zij — moest het inwilligen. Ze zouden te zamen over de zaken hebben te raadplegen, want zij was nog altijd Landvoogdes; het had Filips niet behaagd haar te ontslaan; aan haar zou het beleid der burgerlijke zaken (de ongeharnaste regeering, zooals Hooft zegt) blijven toevertrouwd. Nu ja! zij zou hem dan ook ontvangen, allermeest om den vuurgloed van haar toorn over zijn schuldig hoofd uit te storten!

Het kon voor Alba niet twijfelachtig zijn, in welke stemming hij de Landvoogdes zoude vinden, maar hij moest door dezen zuren appel bijten, en hij was de man niet om terug te gaan, voor vrouwelijke verbolgenheid, al was hij tevens de man om met de meest mogelijke lankmoedigheid het kwaad humeur eenen Vorstin te ontzien, te verdragen. Hij had vooruit berekend welken rol hij te vervullen had bij ’s Konings zuster. Het hoen te plukken zonder dat het schreeuwde, was in dezen wel niet mogelijk, daar Margaretha te kloek en te prikkelbaar was om zich zonder luidruchtig verzet hare fraaiste veeren te laten uittrekken; maar toch moest het geschieden met die reverentie, die haar dwingen zou te erkennen »qu’elle était contente de ses procédés” al was zij het volstrekt niet over zijne daden.

In hofgewaad gekleed, omhangen met de Vliesorde, vergezeld door een grooter getal edellieden dan de eerste maal, omstuwd door eene lijfwacht, die de strengste orders had om zich niet door de trawanten der Regentes tot den strijd te laten verlokken, maar zich bij tegenstand striktelijk tot eigen verweer te bepalen; trad de Hertog het voorplein op, waar men hem ditmaal de krijgseer niet durfde onthouden, noch zich er tegen verzetten, daar zijne Hellebaardiers zich en haie schaarden tot bij den ingang der voorzaal. Binnengetreden, werd hem echter bericht vanwege de Gouvernante, dat Hare Hoogheid onpasselijk was en ver-