Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/66

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

HET BELEG.

In het midden van Juli ving het voorspel aan van het belangwekkend drama. Don Frederik de Toledo, in de hitte van zijn triomf over Haarlem, meende van de groote verslagenheid die el. in het gansche gewest heerschte gebruik te moeten maken om de kleine stad Alkmaar te nemen, ’t geen hij eene lichte taak achtte voor zijn zegevierend krijgsvolk. Door hare ligging had de Westfriesche hoofdstad groote beteekenis voor den Spaanschen veldheer, zoodat Alba zelf aan den Koning schreef dat hij met het bezit van Alkmaar meester zou zijn van geheel Waterland, ettelijke steden uitgenomen. Het stadje zelf door de Spanjaards gering geacht, was niet wezenlijk eene vesting, en hare wallen waren, noch sterk, noch goed voorzien. Toch had zij reeds in 1571 stoutelijk geweigerd krijgsvolk van Bossu in te nemen, en men was er niet in geslaagd haar daartoe te brengen, vóórdat de admiraal zelf gekomen was, en half door dwang, half door minnelijke schikking haar bewogen had hare poorten te openen voor eene kleine bezetting. Later was door haar magistraat hoffelijk, maar met vastheid het opbrengen van den tienden penning geweigerd, en, had men zich niet zonder wat aarzelens voor den Prins verklaard. Daar was reden voor die aarzeling. Alkmaar placht goed katholiek te zijn en goed koningsgezind. Filips II zelf had er bij zijne huldigingsreize vertoefd en den eersten steen gelegd voor den nieuwen Doelen [1]; de inkwisitie had er hare vlammen niet laten lichten; de strenge plakkaten waren er niet afgekondigd, althans niet uitgevoerd — men had het juk van den Spaanschen landvoogd nog niet in volle zwaarte gedragen. De Kerkhervorming was er allereerst voortgekomen uit de geestelijkheid zelve, en toen later ook leeken zich opwierpen om in- en buiten de stad te prediken, waren er reeds magistraten onder hen die zich tot de nieuwe leer hadden gewend, en de man die er den grootsten invloed oefende, Jan Arentz., was een vroom, zacht, echt evangelisch man geweest, die zich liever liet verdrijven door zijne

  1. Van dit feit werd de gedachtenis bewaard, naar de gewoonte van den tijd, in een der geschilderde met inscriptie verrijkte glasruiten van hetzelfde: gebouw: denkelijk zal bij het vernieuwen van den ouden doelen in 1605, ook deze proeve van de oude glasschilderkunst verloren zijn gegaan.