Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/164

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

behendig in ’t gesprek te verwikkelen, en toen zij verklaard had, dat zij niets met een Engelschman te doen wilde hebben, had hij haar zachtkens ingefluisterd, dat hij eigenlijk geen Engelschman was, maar in Schotland geboren, en dat hij nooit den degen gevoerd bad in Mylords zaak. Mevrouw van Hemert begreep hem, en betuigde haar spijt, zich niet zoolang in Utrecht te kunnen ophouden, om van dezen man eenige inlichtingen, nopens taal en gebruiken, in te winnen van het land werwaarts zij heenging,

Toen de overste Norrits het vertrek weer binnentrad, lag er sombere onrust op zijn voorhoofd en op zijne trekken, en zóó strenge ernst, als de galante krijgsman anders niet gewoon was in tegenwoordigheid van vrouwen, vooral niet van vrouwe Walburg, te toonen. Hij ging kapitein Hemon voor, en hij rechtvaardigde die nieuwe inleiding door eenige haastige woorden, zacht gewisseld met de vrouw des huizes, die daarop goedhartig glimlachend toestemde, maar luider vroeg:

»En blijft gij dan zelf niet, Sir John?"

»Veroorloof mij, dat ik hem hier bij u late: want de tijdingen, die hij mij brengt, zijn van zulk gewicht, dat ik mij ter voorziening daarin dadelijk met zekere personaadjen hier te Utrecht beraden moet. Toch hoop ik spoedig te keeren: master Fabian zal u helpen, uw gast te onderhouden."

Nooit heeft de intrede van den elegantsten dandy, van den meest gevierd en lion een zulk opzien gewekt in het salon, dat hij met zijne tegenwoordigheid begenadigde, als de goede eenvoudige kapitein Hemon Tiry verwekte in den dameskring, waarin zijn veldheer hem zoo ongenood binnendrong. En veel minder, omdat hij een uiterlijk had, dat menige dandy hem kon benijden, dan omdat hij eene kleeding droeg, die de meest excentrieke blagueur hem niet zou durven navolgen. De schilderachtige losheid van zijn Schotsch