Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/289

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

wijle. Daarbij, zij was van hooge geboorte, en hare aristocratische vooroordeelen waren niet verzwakt, noch door ongeluk, noch door vele aanraking met de burgerlijke hoofdleiders der Leycestersche partij, die zij soms behandelde met al de gemeenzaamheid eener behaagzuchtige vrouw, die slechts wil aantrekken en behagen, en dan weer, met onnadenkende achteloosheid of met de fiere terughouding eener vorstin. Maar hoogheid en gemeenzaamheid, alles naar de ingeving van het oogenblik, alles naar den drang der behoefte, die haar het eerst voor het oog lag, het sterkst tot hare verbeelding sprak, niets uit beginsel, niets vooral met die waardigheid, die van kalme kracht en vastheid getuigt. Opvoeding en ingeboren tact hadden haar intusschen het talent gegeven, om zich met die gemakkelijkheid en bevalligheid te bewegen in datgene, wat men afgesproken is, de wereld te noemen, en de eigenschappen, welke zij bezat, zoowel als die, welke zij miste, de gebreken in haar karakter, die tot ondeugden konden worden, als de indrukkelijkheid van haar hart, die het voor het hoogste en edelste openstelde, waren haar hulpmiddelen, om in zoo bont een kring, als zij om zich zag en om zich riep, tot aller bewondering vóór te zitten en voor allen eene onverbeterlijke gastvrouw te zijn.

Bont noemden wij dien kring, en zeker zal niemand ons van overdrijving beschuldigen, als wij zeggen, dat in haar huis alles samenkwam wat zich elders meed en scherp afscheidde; dat zij den provincialen landadel van Utrecht en Holland zoowel in hare zalen zag binnentreden, als de hoogste regeerings-personen van de stad en de bevelhebbers der Engelsche bezetting. De strengste predikanten, door haar erkenden religie-ijver getroffen, waren hare trouwe bezoekers, en toch zij schrikten de jeugdige edellieden en de dappere jonge cavaliers niet af, voor wie de meegevende beminnelijkheid der jeugdige en schoone vrouw een onwederstaanbaar lokaas was.