Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/290

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

De Gravin van Nieuwenaar, wier rang haar niet toeliet elders te gaan, weigerde hare uitnoodiging niet. De Prinsen van Nassau, zoo dikwijls zij zich in de provincie Utrecht vertoonden, of als zij in den Haag haar zomerverblijf hield, bezochten haar als hunne chère cousine. En wij houden het zelfs niet voor onmogelijk, dat een of ander lid der Staten van Holland bij zulke gelegenheid mede het deftig gelaat ontrimpelde op het geluid harer zoete stem.

En die allen nu ontving de Prinses tot ieders meeste voldoening; alleen, wat bij anderen oefening en behendigheid zou geweest zijn, was bij haar natuur. Zij was beminnelijk, zij liet zich beminnen, en zij gaf dikmaals, onwetend en onwillens, alléén de ingeving van ’t oogenblik volgende, iets terug van den indruk, dien zij had teweeggebracht. Zij was een spiegel van een somber beeld kaatste zij getrouw de ernstige schaduw terug; zij was eene echo: een lachend geluid werd altoos op blijden toon door haar herhaald. leder vond bij haar wat hij zocht; het is daarom niet gezegd, dat allen haar juist het meeste zochten.

Een groot aantal gasten van onderscheiden rang, gevoelens en bedoelingen woelde nu reeds dooréén in de groote ontvangzaal van het huis, die werkelijk prachtig en smaakvol gemeubeld was, en voor deze gelegenheid versierd met nieuw tapijt-behangsel, en festoenen van groen en »loveren" (geliefde sieraden te dien dage), en ’t geheel blonk van een luister, waaraan eenige honderde ducaten waren voorbestemd (van die, welke Cosmo nog geven moest); vooral onder het beheer van een huishofmeester als den haren, die voor zich bij zulke gelegenheden zonder schroom dat deel afzonderde, dat men la part du lion zou kunnen noemen.

Wij vinden in dit gezelschap Burgemeester Prouninck met zijne echtgenoote en zijn zoon, doch zonder zijne dochter, die nog op ’t huis te Brakel vertoefde. den heer de Bie, die Reingoud bij