Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/31

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»’t Is waar ook! gij waart voormaals bij die van de St.Jakobs Kerke, die daar zoo nauw niet op zien; maar zoo kon hij wel Roomsch wezen."

»En onze arme Deliana Paapsche stellingen inprenten tegelijk met uitheemsche brabbeltaal!"

»Zijt gerust, vrouw Cornelisz.! alle Engelschen die hier heenkomen, zijn immers beschermers der ware religie, als we ondervonden hebben," sprak Christoffel een weinig sarcastisch.

»Buiten twijfel! ware ’t een Schot, men zou mistrouwen kunnen voeden; daar loopen, zegt men, nog Papisten en Heidenen onder," hernam meester Cornelisz.

»Certeyn! een Schot diende niet vertrouwd," hervatte Christoffel met denzelfden spotachtig en trek; »maar lieve deugd, vrienden! gij vraagt en vorscht, als betrof het een aanstaande voor ’t meiske, en niet een meester voor korte maanden, dien ge na gebruik wegzendt; om ’t al te zeggen, ’t is een arme sukkel, die in de hoop van een ambtje, een der Engelsche heeren hierheen gevolgd is, en nu, daar de zaken voor de Engelschen hier niet zoo breed staan als ze gewacht en gewenscht hadden, inmiddels zijne zwakke beurs hier heeft uitgeteerd, en die, wetende dat men al zoo weinig van de hope kan leven als van den wind, nu zijn brood zoekt te maken van ’t geen hij in ’t hoofd heeft, totdat de Graaf keert, of zoo dat niet ware, eene som me wenscht bijéén te krijgen tot reisgeld naar de overzijde. Uit barmhartigheid heb ik hem in huis genomen, totdat hem ’t een of ’t ander gelukt mag zijn; ziedaar nu het al; zal ik hem zenden of niet?"

»Hadt gij dat maar gezegd, dat hij bij u aan huis verkeerde," riep Cornelisz. voldaan, »dan had ik u zooveel niet eenmaal afgevraagd. Zeker zenden! ik zal zelf wel met hem prijs maken. Ge weet, jegens behoeftige luiden ben ik niet karig."

»En hij zal met alles tevreden zijn, dus top. sla toe, vriend! ik breng hem nog van avond."