Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/106

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

De Prinses intusschen zag hare zaken niets gevorderd met zijne verwijdering. Graaf Lodewijk van Nassau vertoonde zich niet te Utrecht; hij schreef haar niet eigenhandig; zijn secretaris was wel opnieuw tot haar gekomen van zijnentwege, maar zijne bezoeken waren vluchtig, hadden kennelijk geene aanleiding dan zijn ambtsplicht, en hij uitte zich niet meer over hetgeen haar persoonlijk betrof. De Maulde\’s naam werd niet genoemd, zijne verwijdering scheen niet eens opgemerkt, en dat offer (zoo het er een geweest ware) bleek zonder nut als zonder loon. Toen, tot een uiterste gebracht, liet zij zichonbedachtzaam wegslepen tegenover Manninga tot een vertrouwen, waarin hare geheime wenschen en verwachtingen maar al te helder doorschemerden; doch de eerlijke Fries, zijns meesters vertrouweling op meer dan één punt, hielp haar niet voort in hare dwaling, maar ontnuchterde snel en koel hare hersenschimmen door zekere inlichtingen, die zij niet had kunnen wachten. Zij verborg hare teleurstelling zoo goed zij kon; maar hij vond in haar daarna niet meer de gewillige volgzaamheid aan de politieke inzichten van zijn meester, die hij eerst had opgemerkt, en bij eene aanmerking op dit punt kwam het tot verwijtingen en verklaringen, waarbij men in onmin scheidde.

Intusschen had hare wijze van handelen, hare verachteloozing der Leycestersche partij en hare samenstemming met den zendeling van Graaf Lodewijk de aandacht gewekt van sommige heftige voorstanders van den Gouverneur-Generaal. Van wantrouwen in hare vaste aanhankelijkheid kwam men tot vermoedens van ontrouw, van deze tot werkelijke achterdocht, en de laatste leidde tot eene gissing, die haar gevaarlijk kon worden. Prouninck had ontdekt, dat er geheime bijéénkomsten der uitgebannen edelen en aanhangers van de Hollandsche partij werden gehouden binnen Utrecht, zonder dat men met eenige zekerheid kon uitmaken, waar de plaats dier bijéénkomsten was. De intrige-geest der Prinses was bekend; haar huis was één