Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/11

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

last, zonder dat hij tot geweld of ergernis aanleiding had gegeven, dan had hij zich misrekend. Hij had het bevel letterlijk gehoorzaamd, zonder acht te slaan op den geest, waarin het was gegeven; en… letterlijke gehoorzaamheid nu was slechts plichtvolbrenging, waarvoor men hem niet behoefde te danken; ook werd hij niet gedankt…, maar hij vond zijne belooning in zich zelf.

»Ik heb ten minste die voldoening, dat ik vermeerdering van twist en ergernis heb voorkomen, en wie ’t gemeene vaderland eerlijk liefhebben, en meer dan de vorderinge van eigen hoogheid, moesten naar datzelfde wit jagen," sprak hij tot Kiligrew, die hem over dit punt onderhield, en deze schrandere en welmeenende vriend van Leycester antwoordde hem met een handdruk.

»Het ware voor uw vaderland heilzaam, zoo de Koningin nu haastelijk haar besluit nam, om den Graaf terug te zenden, of in zijne vervanging te voorzien; want het wordt hier een wroeten in eigene ingewanden, dat op verderf van ’t gansche lichaam zal uitloopen, en deze menschen zijn van zulken aard, dat ze liever den akker onbebouwd, en de velden braak laten, dan de rijke vrucht er van met een ander te deelen. Wisten ze voor zeker, dat zij zelf maaien zouden, en Leycester slechts de schrale aren zou lezen die zij liggen lieten, ’t zou beter gaan; maar hiervoor is nu weer onze Graaf niet geboren, en op zijn best een knaap, als de jonge Prins Maurits, te gebruiken, zoolange hij een knaap is."

In hoever Kiligrew gelijk had beslissen wij niet, maar Wijndrik zuchtte, als met sombere toestemming. Die innerlijke, hoewel onuitgesproken toestemming van het ongelijk zijner partij op sommige punten, en dat gevoel van wederzijdsche waardeering, dat den jongen Hollandschen en den bejaarden Engelschen heer tot elkander trok, bracht hen dikwijls samen, en veeltijds zelfs in het eigen huis van Prouninck, waar Kiligrew zijn verblijf had,