Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/128

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

de vrouw, die buitentrad en die met zekere haast, hoewel niet zonder eenige omzichtigheid, den weg nam naar het naburige huis der Prinses de Chimay, had hij, als bij instinct, Fabian herkend; toch, als men denken kan, gaf hij hem den bewusten sleutel niet, zonder zich volkomen van de zekerheid overtuigd te hebben. Hoe het Fabian van toen aan verging, weten wij.

Deliana, nu alléén gebleven, zat in stomme verslagenheid voor zich uit te staren. Zij had geene tranen, geene vrees, geene hoop; zij was als in bedwelming geraakt, door al het zonderlinge, dat er met haar was voorgevallen. Zij voelde zich onder de vreemde kleeding, onder het masker van verve, dat haar gelaat overtoog, onder den vreemden naam, dien zij moest ophouden, als door driedubbelen last dus neergedrukt, dat het haar toescheen, of zij reeds nu zich zelve niet meer was. Zij wist niet, wat zij zou aanvangen, om zich van de woeling harer pijnlijke gewaarwordingen te ontslaan, en niet het minst grievende onder alles was het koele afscheid van Fabian, — van den man, voor wien zij zich zóó veel getroostte, of liever, daaraan dacht ze niet, — maar van hem, wien ze liefhad; zij ontschuldigde hem echter zelve het eerst: zijn verlangen om te ontkomen, de haast, waarin hij haar verliet, en tot zelfs hunne wederkeerige vermomming moest er aan toebrengen, om dat afscheid vreemd en pijnlijk te maken. Terwijl zij zich moeite gaf, om aan de marteling harer warrende gedachten te ontgaan, hoorde zij, achter het beschot, waartegen hare leunstoel was geplaatst, een geluid als van iemand, die een trap afkwam, en welhaast was de komende zóó dicht genaderd, dat alléén dat eikenhouten beschot hem van haar scheidde. Zij hoorde het duidelijk; die gedachte deed haar met eene angstige schuwheid omzien en, met een verbleeken van schrik onder haar blanketsel, ontwaarde zij eene mannelijke gestalte, die een paneel had weggeschoven en die nu zonder omstandigheden binnentrad.