Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/134

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

gescherpt, zijn oordeel gerijpt, en al had hij niet alles in zich opgenomen, wat men hem had aangebracht; hetgeen hij wist, was zijn eigendom en behoorde hem niet door het geheugen alleen. Maar bovenal, en hierop had Floris zelf zeker het meest gedoeld, toen hij tegen Fransjes geringschatting van zijne jeugd opkwam, bovenal was hij rijp geworden in zulke smartelijke levenservaringen, die een overheerschenden invloed hadden uitgeoefend op zijn geest en gemoed, die den eerste tot nadenken hadden gebracht en het laatste ontvankelijk hadden gemaakt voor de vreugden en de smarten van het diep en fijn gevoel op een leeftijd, waarin zucht naar uiterlijke grovere, zinnelijke genietingen bij den knaap het sterkst plachten te spreken. De pijnlijke verhouding zijners ouders jegens elkander, die men hem niet op den duur had kunnen noch willen verbergen, had de strijdigste aandoeningen in zijn hart opgewekt, maakte er vermoedens en twijfelingen levendig, die hem bedroefden en ontrustten en met zich zelven in tweestrijd brachten. Moest hij kiezen tusschen zijne ouders? Was de vader hard en wreed, die hem scheidde van de moeder, die haar als dood verklaarde bij haar leven, of was de moeder dan zoo schuldig, dat hare gedragingen de handelwijze van haar gemaal rechtvaardigden? Of waren zijne moeder en hij zelf de slachtoffers van onrecht en willekeur? Wien van zijne ouders moest hij geloof geven: den Graaf in zijn somber beschuldigend zwijgen? of de Gravin in hare luide bittere klachten over dien man? Wie van de twee moest hij gehoorzamen, waar ze strijdige eischen deden? Aan wie hunner moest hij zich aansluiten, wie had het meeste recht op zijne teederheid? In die onzekerheid had hij zich aan geen van beiden met volkomene liefde en vertrouwen kunnen hechten, De Graaf had hem het eerst de ouderlijke liefde doen kennen, maar beurtelings zwak en heftig, beurtelings gedrukt en verdrukkend, had hij hem nu eens medegevoel, dan eens vreeze ingeboezemd, en de jonge man wankelde nog altijd heen en weer tusschen die gewaarwordingen als het zijn vader gold. En wat zijne moeder betrof… de listen en wegen, die zij gebruikt had om zich kenbaar te maken aan haar zoon, eerstelijk haar optreden voor zijn oog te midden van tooneelen van strijd en verwarring, de veranderingen, die zij met gewelddadige hand hielp daarstellen in zijne omgeving en in den weg door den Graaf met hem ge-