Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/206

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»De jaarwedde, die men mij heeft toegekend, zou wel toereikende zijn, maar…"

»Maar zij wordt u niet geregeld betaald?"

»Niet geregeld!" herhaalde de la Rivière met ironie, »dat zou nog niet het ergste zijn, als maar alle beloften mij door den Graaf op dit punt gedaan, niet zonder effect blijven, zooals ik begin te vreezen."

»Ziedaar wat ik onderstelde en wat mij zoo vrij en rond tot u deed spreken."

»Hoe zijt gij op die onderstelling gekomen, ik heb mij aan niemand hierover uitgelaten, gij spreekt toch niet uit eigene ervaring?"

»Wat mij aangaat, ik ben gewaarborgd door mijnheer Dousa, toen deze mij heeft opgewekt uit naam van den Graaf van Culemborg, om diens zoon eenig onderricht te geven in de Fransche sprake; doch voor mij zou het eene geringe zwarigheid zijn in dezen eenige winst te derven, daar ik meerdere leerlingen heb en mij slechts tijdelijk hier te Leiden ophoude; maar voor u, die al uwe krachten en geheel uw tijd geeft aan dezen éénen jonkman, voor u is dat, dunkt mij, gansch wat anders… daarom ondervroeg ik mijnheer Dousa, of hij dezelfde goede voornemens had te uwen aanzien, wat hij tot mijn leedwezen ontkennend beantwoordde, er bijvoegende, dat gij vermoedelijk eene overeenkomst hadt gemaakt met de Gravin."

»De Gravin heeft mij wel vele goede verzekeringen gedaan. maar ik heb mijne wichtige redenen, om mij niet dan in het alleruiterste geval aan Hare Genade te wenden, en het is de Graaf, die zich bij mij verbonden heeft… zekere door mij gemaakte voorwaarden te voldoen…"

»Bij notariëel contract?"

»Dat dacht me onnoodig; bij mondelinge belofte, maar het woord van een edelman was mij genoeg! Kon ik onderstellen, dat de Graaf minder getrouw zou zijn in het nakomen zijner verplichtingen, dan ik in de mijne… En toch, ik zie mij teleurgesteld! bitter teleurgesteld! en ik moet u bekennen, mon frère, dat ik mij door zijne nalatigheid in nijpende geldverlegenheid bevind… Dat zou nog niets zijn, zoo ik alleen in de wereld was, want ik heb zeer weinig behoeften, maar…"

»Gij hebt te zorgen voor een groot gezin?"