Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/285

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

en dat zij zijns ondanks heerschte in zijn harte; zijns ondanks, want het is waar dat hij uit alle macht streed tegen die vreemde overheersching; het is waar dat hij zich met innerlijken spijt en bitterheid ter prooie zag aan een hartstocht, die hem niets aanbracht dan strijd en smarte, maar, die in diepte toenam met de pogingen die hij deed om dien uit te roeien; iets van dat lijden, iets van die bitterheid moest hij lucht geven, toen hij met de oorzaak van zijne geheime kwellingen samentrof; hij kon het niet anders dan op ontkennende wijze. De la Rivière, zonder hem een stellig verbod te doen, dat zeer zeker tot overtreden zou hebben uitgetergd, had hem zoo diep weten te doordringen van zijne verplichting, om het verlangen van het jonge meisje te eerbiedigen en haar »in hare ruste" te laten, dat hij hem uit zich zelven belofte had gedaan, onder geen voorwendsel de gelegenheid tot hernieuwde toenadering te zoeken, of die aan te grijpen, waar zij zich voordeed. Hij had die belofte gedaan, niet in het vuur zijner verontwaardiging over hetgeen hij hare »ontrouw en valschheid" noemde, maar onder den indruk van de latere mededeelingen, die zijn Gouverneur hem deed, en waarbij deze Francijntje voorstelde als een model van stille vrouwelijke deugd en waardigheid, als een model ook van gezond verstand, van goed beraad, en van degelijken ernst; zonder zich te verklaren over de zachtere hoedanigheden van haar hart, die hij evenzeer had kunnen onderkennen, maar die met opzicht tot Floris niet ter zake dienen konden. Met er van te zwijgen, was alle hoop afgesneden en het noodigste ter herstelling gedaan, oordeelde deze, en niet zonder grond; maar er was in het hart van den jonkman eene stem, die getuigenis. gaf van ’t geen hem verborgen werd, en die dat harte in beroering bracht zoo vaak hij naar hare influisteringen luisterde; de stem der liefde, krachtiger dan alle uiterlijk bewijs, krachtiger dan alle rede, die zich door geene voorstellingen van het verstand en den plicht een volkomen stilzwijgen liet opleggen, en zich rebellisch verhief tegen den overheerschenden wil, waardoor zij bedwongen werd. Floris durfde zijne belofte niet breken, Floris wilde het zelfs ook niet, omdat hij van dat waagstuk niets wachtte dan nieuwe vertwijfeling; maar toch, haar te houden kostte hem heeten, innerlijken strijd, die te feller was, naarmate de verzoeking tot overtreden sterker werd, en die zich dan openbaarde in norschheid, in wrevel, of in eene strakke koel-