Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/413

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

HET KASTEEL WESTHOVEN IN ZEELAND.



»Les Rois s’en vont" luidt eene profetie, die hare vervulling vooreerst nog niet nabij is in Europa.

Frankrijk is, naar ik meen, vooralsnog de eenige staat door het caesarisme tot de republiek gevoerd en — eene republiek, die men een lang leven en gezondheid mag toewenschen, al hunkeren er pretendenten te over naar de gelegenheid om daar den troon te herstellen tot eigen bate… Niet vaster staan de krijtrotsen op Engelands kust, dan het constitutioneel koningschap, waarvoor onze stadhouder, hun dutch William, de grondslagen heeft gelegd. Zoowel in het noorden als in het zuiden hechten de volken nog aan hunne monarchale traditiën. Ik kan mij Spanje niet voorstellen als eene republiek en Italië… ondanks Garibaldi en zijne ijveraars zoekt het zijne eenheid zoowel als zijne vastheid nog het liefst in den band, die het aan het Huis van Savoye bindt en waar het beginsel van Il Re Galantuomo wordt vastgehouden. In België in Nederland… Maar het is noch mijn lust, noch mijne roeping, hier alle staten en volkeren van ons werelddeel op de rij af naar hunne wenschen en verwachtingen te vragen, om daardoor in de uitgesproken meening versterkt te worden, dat de eeuw nog wel ten einde zal loopen eer het laatste uurtje der koningen zal geslagen zijn. En toch komt de profetie reeds tot vervulling, als zij beweert dat zij slechts de despotieke monarchen heeft bedoeld en vaststelt, dat dezen welhaast hun laatste woord zullen gesproken hebben; — dat koningen als Lodewijk XIV en Frederik I en II van Pruisen, keizers als Peter de Groote en Napoleon I niet meer mogelijk zijn; dat de uitspraak l’ État c’est moi niet meer geldt en het beginsel: de volken om de vorsten, nu is omgekeerd, en dat dezulken onder hen,