Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/422

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

schatten genoeg om van beide te kunnen genieten en natuur als kunst dienstbaar te stellen aan hun smaak.

Al hadden zij armoede, al hadden zij matigheid zoowel als kuischheid gezworen, zij hadden zich verdienstelijk gemaakt bij de christenheid; zij mochten zich des levens lusten wel gunnen, als zij niet voor de belangen der christenkerk hadden te strijden. Wat vroolijke feesten mogen ze hier hebben gevierd; welke heldenfeiten hebben herdacht, als zij aanzaten in de ruime ridderzaal, de beker van kostbaar metaal met den edelsten wijn gevuld, broederlijk van hand tot hand rondgaande, elkander heilbrengend en toejuichend op luiden toon, nu ernstig, dan weer luchtig gestemd, — zij waren in ’t eind maar halfgeestelijken, maar zeer zeker ten volle krijgsliên.

Vraagt gij waar mijn Ridders zijn,
Waar mijn Ridders zijn gebleven!
Zoo moedig op ’t veld en zoo blij op ’t festijn…
Vraagt gij waar mijn Ridders zijn!
In de Slotkapel hierneven
Klonk nog straks hun vrome beê:
Miserer Domine.


’t Is Van Lennep die hun grootmeester deze klacht in den mond legt, als een andere Priamus hunne wreede verdelging betreurend.

Wie weet hoe vaak hun gepantserde en gespoorde voet over de hechte slotbruggen heeft gedreund, als ze de koelte en de zuivere lucht gingen zoeken onder het hoog geboomte van die breede, grootsche lanen, die wij nog kunnen bewonderen. In verbeelding zie ik hun witte mantels met de zilveren kruisen door ’t gebladerte heen schemeren, als zij, door ’t luiden van de vesperklok van hunne namiddag-verlustiging opgeroepen, zich haastten om ter slotkapel op te gaan, en hunne devotie te wijden aan de Heilige Maagd en aan hun Patroon.

Met den val hunner orde kwam ook een einde aan hun bezit van Westhoven, en het viel den vorstelijken abten van Middelburg ten deel, wel niet als onmiddellijke opvolgers. Het geslacht der Van Borselens van Brigdamme ging hen voor in dit bezit, vandaar dat het een vrije ridderhofstad werd, niet als leen, maar door aankoop verkregen.