Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/426

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

sche rijk. Hier kwam hij even uitrusten van zijn zware krijgstochten en het niet minder zware rijksbestuur, en het was zeker door zijne gunst, dat Nicolaas de Castro zich tot bisschop zag verheven. Deze eerste bisschop was tevens de laatste abt van Middelburg; de laatste prelaat die Westhoven bewoonde. Hoe lief hem ook dit lustverblijf was, niet als zijne voorgangers van vroegere eeuwen kon hij er leven in rustig genot. De tweede helft der 16de eeuw was voor priestervorsten en bezitters van kerkgoederen geen gunstige. De nieuwigheden in de religie, de Hervorming en hare eischen, waren zoo niet in ieders mond, dan toch reeds als in de lucht. In Zeeland was men gansch niet vreemd aan de beroeringen, die zij teweegbrachten. »Zoo zij eens veld wonnen. zoo zij eens triomfeerden," waren vragen, twijfelingen, die wel bij de Castro moesten opkomen, als hij uit zijn bidvertrek op den hoogen toren van Middelburg’s abdij ziende, het oog wendde naar de in nevelen gehulde stad en in sombere mijmeringen verviel, en zijn voorhoofd zich rimpelde onder bijgedachten, het mochten voorgevoelens heeten van het naderend onheil!

Zoo deze rebellische zin, deze goddelooze opstand tegen kerk en koning ook eens zijn vorstelijk priesterambt bedreigde, zijne rechten aantastte? Zoo die stormen kwamen opsteken tegen de abdij te Middelburg, tegen Westhoven, zijn oogenlust; wat zou daaruit worden; wat kon er uitgedacht, wat gedaan worden om dit te weren? Als zulke vragen bij hem opkwamen, kon hij geen rust vinden op den purperfluweelen zetel, begonnen de gewelfde bogen van het hooge vertrek hem te drukken en schenen de tapijtbehangsels hem als te versmoren; dan mocht hij lucht zoeken in de vrije natuur onder den helderen hemel, en aan ’t strand de blauwe zee gadeslaan, of hare golven hulp en redding konden aanvoeren voor de angst en zielesmart waaronder hij leed!

Het onweer ratelde nog in de verte eer de bliksemstraal uitschoot, maar ook toen zij trof, was het ter verplettering!

Berthold Entens van Mentheda, een der stoutste, maar tegelijk een der wreedste aanvoerders, die in den bloedigen religiekrijg voorop traden, de edelman-geus, viel in 1572 op Westhoven aan, waar vermoedelijk ten believe van den bisschop Spaansch krijgsvolk was ingenomen. Met zijne wilde geuzen werd hij er meester; ondanks kloeken weerstand nestelde hij zich er een tijd-