Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/448

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Dat de Prins op dit tijdstip eene gemalin zocht aan Fransche zijde, juist eene, verwant aan de hoofden der Hugenooten, werd hem door heethoofdige predikanten, die reeds Engelschgezind bleken en door het volk, dat Anjou haatte en wantrouwde en ’t Fransche bondgenootschap verwenschte zeer euvel geduid, en scheen geene daad van goede staatkunde, zegt dat de huwelijken van den overigens zoo schranderen en welwikkenden Prins zijne onverstandigste handelingen zijn geweest. Het pleit ten minste voor zijn hart, dat hij zich bij den innigsten band van zijn bijzonder leven niet liet beheerschen door eer- of staatszucht. Maar was het dan zoo onpolitiek, uit zijn oogpunt gezien — hij, die veel meer heil wachtte van het Fransche dan van het Engelsche bondgenootschap — om zich nauw te vereenigen met de Fransche Hugenooten, die met Spanje en de Ligueurs in openbaren oorlog waren, en op een oogenblik, waarin men opnieuw onderhandelde over den terugkeer van Anjou, zich te sterken door de verwantschap met de Condés, met de Chatillons, de Turennes, met die van Hendrik van Navarre zelf, op wien men alle recht had voor de toekomst groote verwachtingen te bouwen?

Wie de onderhandelingen leidde, waarvan het huwelijk met mevrouw de Téigny de uitkomst was, is onzeker; maar niet twijfelachtig is het, dat de Villiers er mede de band in had; het is zelfs niet onmogelijk dat hij, die zoo innig met ’s Prinsen geheimste wenschen en gedachten vertrouwd was, zijn verlangen om te hertrouwen doorziende en wetende hoezeer Anna van Saxen Oranje van een Duitsche huwelijksverbintenis afkeerig had gemaakt, op de dochter van Coligny zijne aandacht heeft gevestigd, hij die voortdurend tot de Fransche alliantie bleef raden, die de beminnenswaardige weduwe als meisje in het huis haars vaders had gekend, haar zeker door al hare treurige lotwisselingen heen in het oog had gehouden; hare ballingschap, hare omzwervingen in Zwitserland; en die wist van welk een vromen, zachtmoedigen geest zij was, en hoe zij eene waardige gemalin zou kunnen zijn voor een Oranje, die niet slechts vrouwelijke deugd, maar ook vrouwelijk vernuft en gracie wist te waardeeren, ja behoefte had aan levendigheid en gezelligheid in den huiselijken omgang. Juist deze had hem in de stuursche en onhandelbare Anna van Saxen ontbroken. Maar Charlotte de Bourbon had ze hem gegeven en de Villiers wist dat hij ook in Louise de Coligny zou vinden wat hij zocht.