Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/552

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

lem is gewoon de zaak van alle kanten te bekijken eer hij tot een besluit komt. Zijn wantrouwen in Elisabeth bleef hem tot het laatst van zijn leven bij; zijne fijne voelhoorns waarschuwden hem steeds voor hare geheime tegenwerking bij uiterlijke goede verstandhouding en vriendschapsbewijzen, en daar hij niet de man was, die uit eene persoonlijke krenking dus partijdig zou oordeelen, moet men wel aannemen dat zijn gevoelen zich grondde op de kennis die hij van haar karakter verkregen had. Hoe dit ook zij, het is niet zijn eenige brief aan Maurits, waarvan ons inzage is gegund. Voortdurend ontving deze door hem berichten en mededeelingen betrekkelijk allerlei zaken, maar bovenal over den loop van den oorlog in Frankrijk. Het is opmerkelijk hoezeer zich de kerkelijken van die dagen de krijgsbedrijven aantrokken. Het is b.v. de predikant Taffin, die van uit Caën den Staten-Generaal bericht geeft van den slag bij Ivry. De voorstelling is levendig en aanschouwelijk of hij er bij geweest ware en mee den triomf had behaald. De blijdschap over de zegepraal deelt hij ten volle. Evenals de Villiers en meer gelijkgezinden, zagen deze personen in de overwinning van Hendrik IV de overwinning van de Hervormde kerk en van de geloofsvrijheid en den grootsten steun voor de Nederlanden in hun strijd tegen Spanje.

Vandaar dat de Villiers ook met kennelijk welgevallen aan den jongen Stadhouder verslag geeft van de vorderingen, die de Koning maakte bij het beleg van Parijs, Hendrik van Navarre had wel terstond na den dood van Hendrik III den titel aangenomen van Koning van Frankrijk en werd als zoodanig door al de zijnen erkend, maar hij was het nog niet vóórdat Parijs hem hare poorten had geopend; de hoofdstad moest beslissen voor het gansche land en de hoofdstad bleef nog weerstaan, »J’ ai laissé à écrire à votre Excellence les bruits qui couraient pour ne les croire; à présent je l’advertis de celui cy que le Roi de France sentant son armée renforcée de gens de pieds le 25 du mois passé (Juillet) a fait donner un assaut général à tous les faubourgs, tant ceux du côté de la ville où il est, que de la part de l’Université où est mr, de Chastillon, et combien qu’ils fussent raisonnablement fortifiez, si est ce qu’en peu d’heures ils fussent tous emportez et le Roz n’y perdit que six ou sept soldats, et ainsi fussent rembarrez les bourgeois dedans la ville, avec quatre mille