Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/400

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

— Dat laatste zou het toppunt harer goedheid zijn! riep Manfrede, wien het was als iemand, die uit een bangen droom tot zich zelven komt.

— Luister dan verder. Nu eene maand geleden, heeft de Doge Nicolaas Trono aan den Grooten Raad aanzoek gedaan om de hand van hare dochter en pupil, de signora Felicia Manolessa. De meerderheid van den grooten Raad heeft toegestaan, de signoria en de Raad van Tienen hebben ook ingewilligd… en morgen zal de plechtige verloving plaats hebben in de groote zaal van des Hertogs paleis.

— Eene smartelijke zucht van de beide jongelieden was hun eenig antwoord.

— Maar drie mannen, die ik niet noem, hebben niet toegestaan; zij oordeelen het tegen het belang van ’t vaderland, dat de Souverein zulke onmetelijke schatten zal bezitten als deze bruid aanbrengt, waarmede hij de eene helft van ’t volk omkoopen kan om de andere te bedwingen, vervolgde Pietro Zani, met eene diepte van zelfbewustheid, en de signora kan morgen de bruid van den Doge worden — maar zij zal een ander huwen… — De machtigen willen het dus!

— Zij hebben recht op mijne onbepaalde gehoorzaamheid, sprak Felicia, wie het onverschillig was aan wien zij haar leven. offerde. Maar zou ik mogen weten voor wien het hoofd van den Staat wordt ter zijde gesteld…?

— Voor den signor Manfrede Malipieri, zoo hij het wil!

— Mijn vader! of ik het wil! was de kreet van blijdschap, waarmede de verraste jonkman den grijsaard in de armen wilde vallen, maar deze stiet hem zachtkens, doch met een ernstig gebaar, terug, terwijl hij zeide: het moet verdiend worden.

— Is het niet reeds veel dat het niet onmogelijk is? Mag ik weten, Monsignor, wat de republiek van mij eischt.

— Dat zal u morgen worden medegedeeld. Ziehier een vrijgeleide, dat u vooreerst recht geeft te Venetië te verblijven, ondanks het banvonnis, dat u drukt; het beschermt u tegen, ieder onderzoek, tegen elke verdenking. De geringste sbirro kent en gehoorzaamt deze regelen, en de Doge zelf zal ze moeten eerbiedigen. Gij zoudt daarmede u veilig kunnen begeven overal tot in het paleis van Zijne Doorluchtigheid; maar met