Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/427

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

avogador zorgt er voor — hij nam nu sorbet; maar plotseling begon hij in tranen uit te barsten: en toch te denken dat ik Felicia had kunnen wederzien, dat ik tot haar cavaliero serviente was gekozen, dat ik met haar zou geleefd hebben, zoo ik slechts dezen nacht nog vrijheid en leven had kunnen redden uit hunne handen! toen, Manfrede aanziende, gij ook, signor, vindt gij het niet gruwzaam?

— Meer dan ik uitdrukken durf, riep deze, terwijl hij zich naast hem zette, en zijn arm om zijn hals slaande, als wilde hij door gebaren de teederheid en den weemoed uitdrukken, die hij zich in woorden niet durfde veroorloven. Gij zult het begrijpen als ik u alles zeg. Uw naam, uwe verwantschap, alles dwingt mij u lief te hebben en te sparen, en toch is het juist in den naam van diezelfde banden, dat ik u niet sparen mag, zelfs al gaf ik er mijn eigen leven voor ten beste. Luister, Manolessa, en help gij mij moed vatten. Toen vertelde hij hem alles wat wij weten.

— Ziet gij, eindigde hij, Felicia moet morgen mijne echtgenoot zijn of mijne weduwe, maar ik moet het recht hebben gewonnen haar mijn naam te geven of na te laten; anders is zij onteerd. Hebt gij uwe zuster lief, zoo aarzel niet langer, maar laat ons strijden met de gedachte aan haar. Wil mij volgen.

— Ik heb Felicia lief, ik heb boven alles strijdlust, strijdlust met u, riep nu de jonge Vital, opstaande met een gansch veranderd gelaat, en volgde Mantrede naar de binnenplaats van het casino, terwijl deze sprak:

— Ik zal u ieder voordeel geven dat in mijne macht is, tusschen ons is er maar een wapen te kiezen, den degen; de uwe is prachtig, maar is hij ook goed?

— Hij is van Troledo! buigzaam als een handschoen, en als ik zie, langer dan de uwe.

— Maar zijt gij er sterk mede? vroeg Manfrede bezorgd.

— Sterk genoeg om Felicia tot uwe weduwe te maken, eer zij uwe bruid is.

— St. Marcus zij gedankt, dat ik u vind in deze stemming. En Manfrede wilde hem steunen, want hij zag tot zijn schrik dat Vitals gang reeds wankelend was.

Maar deze stiet hem van zich, terwijl hij zeide, dat zijn voet