Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/194

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

tallig dochtertje naderde, en Aafke zelve… mij dunkt, zij heeft zich reeds genoeg verraden, en indien niet… de zoete verlegenheid, waarmede zij zijnen groet beantwoordde, en hare hand, die ze gewillig in de zijne vergat,. hebben reeds alles gezegd. »Laurens komt afscheid nemen,” sprak Hugo voorbarig, ziende dat zijn vriend zweeg.

»Zoo ijlig, Corneliszen!” vroeg vrouw Reiniersz eenigszins onthutst. Aafke moest in het geheim zijn van dit beraamd vertrek, want ze vertoonde geene verwondering, schoon toch haar blosje verschoot.

»Daar is aan dat stijfhoofd niet met al te verzetten,” hervatte Hugo; »ik heb hem zoo hartig genood om niet heen te gaan vóór we op Lauernesse gebanketteerd hebben, maar het is ijdel dringen. Of ik hem ook al met een goed voorbeeld tot navolging por, mijne reis naar Italië verstellende tot na de vierdagen, het wil niet baten!”

»Plicht gaat vóór solaes,” antwoordde Laurens; »ik weet dat Willem-oom met smerte zijne suffe hersens kwelt, om het gansch beloop der zaken alléén te drijven in mijn afzijn, en ik heb langer getoefd dan prijslijk is — schoon ik het beste deel van mij zelven hier zal laten,” voegde hij er zachter tot Aafke bij, »en het mij ledig zal zijn in het wemelend Amsterdam, en duisterheid in het volle licht des daags, als ik er niet meer bestraald worde door de helle starren, die uwe oogjens zijn, mijn zoetzedig meisken!” Daarna zweeg hij plotseling, en het was alsof zijne gansche aandacht zich richtte op het snorrende spinnewiel van Aafke, of wel op het nette voetje, dat het in beweging bracht.

»En met wat occasie denkt ge te gaan, Meester Corneliszen?” vroeg de weduwe.

»Cromhout en Paauw zijn hier met een jacht, en ze hebben mij gulhartig een plaatsje aangeboden; het zou al te bijster vreemd zijn, zoo ik de jonstige gelegenheid slippen liet,” hernam deze met eenen zucht.

»Zeven malen!” riep nu Hugo, op zijne vingers tellende.

»Wat zou dat, broer?” vroeg Aafke, tot welke hij dit scheen te richten.