Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/258

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

dat de naam Melanchton, met behendigheid van dien van Luther gescheiden, gebruikt werd, om eene volgzaamheid af te eischen, die door den diep verslagene met eene stomme hoofdbuiging werd toegezegd?… Was het wonder, eindelijk, dat de jongeling, door duizend strijdige gewaarwordingen overstroomd, zich in de armen wierp van den verheven spreker, toen deze ten laatste op veelbeteekenenden toon tot hem zeide: — »En nu, volg mij naar den Bisschop van Utrecht!”

Met een gebogen hoofd, op den Vicaris geleund en bijna wankelend van aandoening, trad hij de hooge Bisschopszalen door en het vertrek binnen, waar de Kerkvoogd zelf hem wachtte. Philips sprak nog met Ottelijne, die nu vóór hem stond en een antwoord scheen te verbeiden.

»Ga getroost, mijn kind!” fluisterde hij haar toe, »zoo waarachtig ik den ring voere en den staf, zult gij, noch iemand, ontrust worden om des geloofswille in mijn gebied, en het zwaard van St. Maarten zal zich alleen tot bescherming opheffen over het Huis Lauernesse, zoolang Philips het voert.” Toen scheen hij willens haar weg te leiden door eene zijdeur .

Maar Boudewijn, die met Paul de vleugeldeuren binnentrad, voerde haar dezen te gemoet, zoodat zij hem zien moest, gelijk ook haar flauwe kreet van verrassing het aanduidde; toch liet de Bisschop haar van zich gaan, zonder eenige opheldering!

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Bij den zetel van zijnen Heer liet Vader Boudewijn den jongeling aan zich zelven over, die onwillekeurig nederknielde. Eene lange poos staarde de Bisschop met aandacht op hem, en maakte de aanmerking, alleen hoorbaar voor den Vicaris,. die zich achter hem geplaatst had: »hij heeft geheel de gestaltenis zijner moeder;” daarop wendde hij zich luid tot Paul zelf, en sprak met goedheid: »Eindelijk aan mijne voeten, jonge man! dat heeft moeite gekost; maar nu ook richt u op, en laat mij u vrij in het aangezicht zien, wij hebben veel met elkander te spreken.” En daarbij reikte hij hem de hand. Paul greep die met vuur en kuste haar met sidderende lippen. Het was niet de gevangen prediker der Hervorming, die den Bis-