Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/291

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Nederlanders nog in rust, maar met beide handen hunne vrijheden vastgrijpende en het oog wijd geopend, onrustig rondziende naar de hand, die ze hun ontweldigen zoude… aan de eene zijde Christen Vorsten en Christen Edellieden, die op eenen oorlog tegen de Turken heenzagen als eene gewenschte afleiding voor de opgeruide gemoederen, aan de andere Christen Vorsten en Christen Edellieden, die liever eigen ingewanden zagen oprijten en den strijd overgebracht in eigen vaderland, aan eigen haard, tegen broeders, die zij verketterden, en aan het eind, als begin van uitbarsting van dit alles, het verkeerd toepassen van de nieuwe leer, of liever het gebruiken derzelve tot een voorwendsel, om een moeizaam gedragen juk af te werpen en een lang verbeten ongeduld lucht te geven, en voor eeuwen van onrecht vergoeding te vragen: de boeren-oorlog, door Luther afgekeurd en luide misprezen, en toch hem naar het hoofd geworpen als uitkomst van zijne prediking, als gevolg van zijn stelsel… later… maar gaat het u niet, mijne lezers! als mij, wie het duizelt in het hoofd en wie het schemerig wordt voor de oogen bij dien blik op het groote en algemeene, dien ik niet vermijden mocht? Hij geeft een gevoel, als van wie op eenen toren staat, en die te veel tegelijk ziet, om goed te kunnen zien… daarom, ik bid u, volgt mij weder naar de laagte, naar den roman.