Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/308

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

der een recht op haar te hebben, wilde hij niet. Met vreeze en beven gaf de zwakke toe; zij had te kampen met eene dubbele overmacht; hoe had zij dien man in het aangezicht durven zeggen, dat hij haar nog meer vrees inboezemde dan liefde! In het diepste geheim werden zij Priesterlijk verloofd, en toen Karel wegtrok, om zich een Hertogdom te verwerven en hun openlijk huwelijk voor te bereiden, verliet hij reeds zijne vrouw. Met zijne gewone veeleischendheid liet hij haar beloven zich bij hera te voegen, zoodra hij haar zeker reliekdoosje toezond, dat hij medegebracht had uit Frankrijk. Op het heilige gebeente, dat het bevatte, moest zij het bezweren, en alle straffen des Hemels tegen zich inroepen, zoo zij niet gehoorzaamde. Zij zwoer, maar hij had het haar kunnen aanzien, dat ze ineenkromp bij dien eed; o! die gepantserde held had die zwakke pluim niet aan zijn harnas moeten vastsmeden, die avontuurlijke Heldenvorst had die maagd van was en sneeuw niet aan zijn hart moeten nemen. Zijn staal kon hare zwakheid kwetsen en hare broosheid kon hem wonden toebrengen, waartegen geen harnas beschutte. Karel’s vermetel ondernemen slaagde aanvankelijk gelukkig. Doesburg en Nijmegen vielen hem toe, meerdere steden toonden gelijken wil, Maximiliaan, wiens verbazing en toorn wij den lezer te raden geven, liet de steden tot trouw manen. Zij gehoorzaamden; alleen waren de steden en de Keizer het niet eens, wat getrouwheid was. Wij schrijven niet de geschiedenis van Gelderland, en zoo ook komt het ons niet toe, de groote worsteling, die van nu af aanving, stap voor stap na te oogen. Met afwisselend geluk kampte Karel tegen den Keizer, die zelf in de Nederlanden terugkwam, en later tegen den jongen Aartshertog; zich altijd met onverslapte veerkracht oprichtende van elke nederlaag, zich met schrander beleid elke zegepraal ten nutte makende, behendig in het aangrijpen van gelegenheden, en vindingrijk in het scheppen van hulpbronnen; maar, wie ook zegevierde of wie verloor — Gelderland leed, Gelderland zag den besten bloesem van zijn welvaart vernield en afgerukt, en de hoop voor vele jaren tegelijk gingen verloren.

De jonge Hertog, ondanks de uitspraak der Keurvorsten, als