Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/321

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

hijlik te zoeken, dan, zoo als de laatste Pater van het Huis, met eene non door te gaan,” merkte Wilbrand koeltjes aan.

Maar de anderen mompelden: » Trouwen! een Priester! Het is een gewaagd stuk, broeders! waar we de hand toe leenen.”

»Bijlo is het! in dagen, als die wij beleven, waarin een mensch niet weet, wanneer de dag der vervolging over hem komen kan!”

»Zoo is het, en het zou niet vreemd zijn, dat ze hier in het Sticht ook eens geloofsrechters instellen gingen, op de wijze van Mr. François van der Hulst in Braband, en in de andere landschappen des Keizers!”

»Komt de vreeze boven, makkers!” sprak Hendrik, spotachtig, de vreeze voor uw eigen lijf; fij, broeders! daarop moeten wij bereid zijn, Lutheranen, als we ons noemen, geene vervolging om des geloofs wille te mijden, maar die blijmoedig en met geduld onder de oogen te treden; daartoe ben ik gezind en van ganscher harte besloten, zoo weinig drift ik ook toon om te vernielen, wat tot het oud geloof hoort.”

»En dat is nu naar de wet van het nieuwe geloof, dat Priesters trouwen; waarom heeft de eerwaarde Doctor Maarten daar dan niet ook het voorbeeld af gegeven?”

»Dat zult gij alles duidelijk verstaan uit de predikatie, die de Eerwaarde Johannes dezen avond spreken zal, bij gelegenheid van de huwelijks-ceremonie,” hernam een der jongere bedienden; »en gij zoudt zoo dwaselijk niet vragen, als gij, evenals ik, de Schrift kost lezen: gij zoudt dan weten, dat er geen gebod is, dat den gezalfden des Heeren beveelt den echt te mijden, maar veeleer, dat ze dien zoeken moeten en eeren door hun stichtelijk voorbeeld, om zich te beter te onderscheiden van afgodische priesters en nuttelooze monniken.”

»Ja zoo, dat is wat anders !” riepen de meesten, meer bevredigd; »als dat zoo gemeend is, om zich te onderkennen van de mannen des bijgeloofs, dan heeft niemand er zijn zwaar hoofd over te schudden,” voegde een er bij, op Hendrik ziende.

» Hoe Donna Teresia dit opnemen zal ?” vroeg een ander.

»Ze zal zich van spijt dood ergeren, die Spaansche huispoes!”