Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/339

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

belang en vijandshaat tot hiertoe van de vrijheid had beroofd; Paul, zijn bloedverwant, die van hem iets beters had kunnen vorderen dan kerkerlijke opsluiting; Paul, de jongeling, dien hij had liefgekregen; Paul, de zoon van het Evangelie, wiens begrippen hij begon te deelen, en wien hij, ondanks dat, tegen beter weten aan, uit berispelijke voorzorg, uit laakbare volgzaamheid aan den raad van een ander, verhinderd had in het verbreiden van het Evangelie, en dien hij nu in gevaar bracht, om na zijnen dood in handen te vallen van zijnen opvolger, die hem als Geldersch krijgsgevangene hard konde behandelen, of als ketterleeraar heen sleuren voor een Geestelijk gericht, of bij uitwisseling afgeven in de macht van eenen vader, van wien de rampspoedige zoon niets goeds te hopen had. En dat had hij gedaan, dien het volk de Goede noemde, tegenover een en weerlooze! Zoo kwam eene handeling, die hem vroeger noodwendig en verschoonbaar had toegeschenen, die hij en anderen zachtheid noemden, hem nu, in die oogenblikken van onbeneveld zelfonderzoek, ontdaan van de kleingeestige bijbelangen der aardschgezindheid, voor als eene wreedheid en eene onverschoonbare gewelddaad. Zóó zeer is het wat anders, de daden en berekeningen der schranderen en machtigen, beschouwd van de zijde des Staatsbelangs en der eerzucht, en beschouwd met opzicht tot hunne verantwoording voor God.

Mogelijk had reeds Paul zijn deel gehad in de gepeinzen van Philips op zijne eenzame wandeling: maar zeker is het, dat deze op zijn ziekbed geen noodiger plicht meende te hebben, dan dien. om voor de vrijheid en toekomst te zorgen van eenen, die nu altijd voor hem stond als een onrechtvaardig mishandelde. Den Vicaris, den éénigen, wien hij zoo teer eenen last durfde toevertrouwen, den éénigen ook, die al het gewicht er van kende, gaf hij het bevel tot de bevrijding van zijnen neef, met bijvoeging van den wensch, dat hij hem nog zien mocht vóór zijn verscheiden. Maar de strenge Boudewijn onthield liever een en stervende de dierste begeerte, dan eenen Lutheraan van eene gevaarlijke welsprekendheid, als Paul, aan het sterfbed te brengen van eenen dubbelzinnigen Katholiek, als de Bisschop; ook trok hij niet heen naar Vreeland, voordat de