Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/391

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

echte wijf, wat ook de valsche priesters en papen kallen! En nu ik op die voorstanders van het bijgeloof denke, heeft de sneege heeroom, dien we kennen, zijne ranken weer vernieuwd, en hebt ge toen mijnen wil en wensch opgevolgd, met hem, rechte voort, door Thomas de deur te laten wijzen?”

Zij antwoordde niet, alleen zij schreide nog luider en wendde het hoofd af, toen hij haar aanzag.

»Ha! de verwenschte field! hoe kon ik nog vragen! dat zijne venijnige tong onmoeite brouwt in mijn huishouden, mijne lieve vrouws hart van mij afkeerig maakt in mijn afzijn, en schendig tweedrachts bitter zaad strooit tusschen lieden, die God gevoegd heeft, om in eendracht en liefde samen te wonen! De plage over den Paap, zoo ik hem treffe! het weerkomen zou hem verleerd zijn; maar de sluwe bloodaard zal er niet gauw mee zijn zich te toonen als ik met u ben… anders…”

»Laurens, Laurens!” snikte Aafke met gevouwen handen, als bad zij hem te zwijgen.

»En gij ook, Aafke! zijt eene kleinhartige Christin en eene weerbarstige echtgenoot, die niet hebt geacht op mijn bevel, zooals plicht was en gij bezworen hebt. Fij van u! u te begeven in raadslagen met de bedriegelijke dienaars van Rome, die alleen uit kwade inzichten u zouden opzetten tegen uwen man… die……

»Houd op, houd op,” riep zij, hartstochtelijk hem den mond toesluitende met de poezele hand. »Pater Vincent is een vroom en eerwaardig Heer, die alleen uit goeder meening…”

»En ge zoudt voor hem spreken, zijne zaak opnemende tegen mij!” riep hij meer verbaasd dan toornig; »Zoover dan heeft hij u reeds gebracht, beklagenswaardige!…”

»Ach, Laurens!” hernam zij, schreiend en liefkoozend zich aan zijne borst werpende, »Laurens! zoo gij wildet, wij konden zoo gelukkig zijn!”

»En waarom zijn wij niet gelukkig, dwaas kind!” hernam hij zachter, »en wat moet ik dan willen, om een eind te maken aan dit getob?”

»Doen, wat Pater Vincent ons raadde…”