Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/395

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

verdiensten; nauw mengde bij de Pausgezinden en hunne doling er in, alleen met een woord roemende Luther, die het eerst de Christenheid van dat afgodische juk had afkeerig gemaakt; misschien is hij te zacht van aard en te goêlijk, om zoo bitse en straffe woorden te kunnen uiten, als noodig zijn tegen die verblinde vijanden van de reine leer. Mogelijk ook had hij die doemwoorden voor het laatst gespaard, want hij heeft zijne rede niet geheel kunnen ten einde brengen. Hetzij door veel lijden in zijne langdurige kerkelijke opsluiting, hetzij d oor eenige zielskwelling of teêrheid van gestel; maar zijn, lichaam is zwak, als krachtig zijn geest; de inspanning, waarmede hij gesproken had, tobde hem ganschelijk af; hij hoestte veel, en meer, en trachtte zich te overwinnen, totdat hij machteloos nederviel. Het zou velen tot schrik en ergernis zijn geweest, want de kwade uitleggingen van zoo geducht een voorval zouden niet ontbroken hebben, zoo niet zijn hartelijke uitroep: » Heere! laat mij sterven in Uw huis en in Uwen vrede, nu Gij mij vindt, doende Uw werk!” en de zachte kalmte van zijn gelaat, allen gesticht hadden en tot tranen bewogen. Twee van de broeders leidden hem weg en brachten hem ter verzorging in Dirkz kosters huis, hiermeê ook was onze samenkomst gestoord en geëindigd, en zonderdat moest zij het zijn, want tegelijk kwam een vreemd man de kapel binnen loopen, met dit vermaan: »Breekt spoedig op en bergt u van hier! Het gevaar naakt.” Een ieder ging toen van dáár, zoo spoedig doenlijk, zonder te weten of te onderzoeken, welk het gevaar was dat dreigde, en waarvan niemand ietwes bespeurde. Maar dank zij den barmhartigen waarschuwer en dank vooral den Heere, die Zijner gemeente die uitredding schonk! Een half uur daarna had de schout van Dordrecht, met eene bende Keizerlijke soldeniers, in den naam van het heilige Ambt en van Mr. Nicolaas van Egmond, die weer hersteld schijnt, de kapel omsingeld en geen enkele van ons zou ontsnapt zijn! En daarna ging de sprake, dat het uw broeder Aernoud was, die uit Spangiën gekeerd is als een groot heer, die Schout en Geloofsrechter heeft aangezet en van wege de Landvoogdes gemachtigd was. tot dien aanslag. Eene fraaie daad zóó te woeden tegen onnoozelen, en nog daar te boven tegen zijn eigen