Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/489

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zóó hebben mij de tranen de oogen verduisterd. Het is mij kwalijk vergaan, sinds de blijde dagen, dat ik u zag de mis lezen op feestgetijden in onze Hoogheerlijke domkerk!”

Van Heerdte, ziende, dat haar snikken stiller werden en minder hartstochtelijk bij deze afleiding, voerde haar zachtkens af van den verlokkenden stroom, en sprak met goedige deelneming: »Verhaal hoe het u vergaan is! wat bracht u tot dezen uitersten stap?”

»De benauwde mistroostigheid van eene bedrukte conscientie; mijn Vader! de zorg voor het zieleheil mijner onnoozele kinderkens, en vreeze voor Laurens, die reden heeft tot fellen toorn en die van nu voortaan mij haten zal met grammen haat! Lacy, maar ik wil het u alles mededeelen, of uwe wijsheid ook mogelijk nog goeden raad had ter verlichting van al die kwellingen samen.”

Toen begon zij hem te vertellen, wat wij weten; waarom wij haar verder lot van wat later tijdstip overzien zullen.

Sinds het tooneel met Laurens over Pater Vincent, was de huiselijke, vrede tusschen de echtelingen verbroken, het vertrouwen verloren en »de liefde jammerlijk aan het ebben gegaan,” zooals Aafke zich uitdrukte; en geen wonder! Laurens mocht haar bedrog vergeven hebben: hij vergat het niet; en sinds zijne liefde en goedige zorg haar niet had kunnen geruststellen over haar lot en dat harer kinderen, noch zijne bede haar afhouden, om die rust te zoeken bij wie hij als vijanden hield, legde hij zich de bittere taak op, het haar te prediken met gezag, en door dwang van haar te weren, wie hij haar gevaarlijk achtte. Van toen af had zij eenen meester en eenen opzichter. De oude bediende, dien hij omkoopbaar had bevonden, werd vervangen door eenen ijverenden Lutheraan. Aafke’s schreden werden geteld, hare gangen beperkt, verdachte vrienden nooit tot haar gelaten; in naar eigen huis was zij geene vrije meer. Die tegenstand… hebben wij noodig te zeggen, dat hij verlokte tot overtreden, dat de geloofsleer, aldus opgedrongen, het hatelijkste juk werd, tegelijk met eenen gestadigen prikkel tot zielsangst? Dat ze list bij list wist uit te vinden en te volvoeren, om het eene te ontgaan en de andere te verdrij-