Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/536

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Voorwaar! eene treffelijk schoone vrouw; zeg nu, mijn zoon; is zij uwe liefste of uwe gemalin?”

»Mijne liefste zuster in Jezus Christus, onzen Heer,” antwoordde Paul, de handen naar haar uitstrekkende.

Het was Egmond aan te zien, dat hij het antwoord niet begreep; ook wendde hij zich tot Bertmann met de vraag: »Hoe komen ze samen?”

»Niet tegelijk vielen zij in onze handen, Heer Hertog! Den Jonker onttrok ik, zooals ik voormaals uwer Genade meldde, aan de macht der Hollanders, die hem gevankelijk wegvoerden; de Jonkvrouw werd later op Geldersch gebied aangehouden door eenigen van ons volk, die zich in het Sticht hadden weten te handhaven, en die, met buit en glorie gezegend, in Gelre met ons samentroffen. Twee jonge mannen, dezelfden, die haar nu ter zijde staan, waren met haar, men hield ze voor Stichtsche spieën,” sprak hij aarzelend, »of… of het was bloote moedwil, dat men ze greep,” voegde hij er haastig bij, toen des Hertogs voorhoofd zich rimpelde. »Daar mijn lieve Jonker kennis aan haar verried en zoo lijdend was van krankte, dat hij wel betere verpleging noodig had, dan die soldeniers hem op eene reize geven konden, stond ik haar toe, hem onderweegs nabij te zijn, en het heeft hem tot grooten troost gestrekt, als hij veelmalen betuigd heeft.”

»Hebben de onzen vrome en kloeke wapenfeiten verricht in het Stichtsche?” vroeg van Rossum, die het geduld noch de bescheidenheid had, aan zijnen Heer alleen het ondervragen te laten.

»Als waart gij met hen geweest, Heer Maarschalk!”’ antwoordde de Hopman. »Ze hebben de Bisschoppelijken vervolgd tot in het Bildsche kwartier en hen genoopt zich veiligheidswege te bergen in een Heerenhuis! Oef! of het hun vromen mocht! De onzen beklemden hen op het nauwst, maar zij ook droegen zich moedig en hielden stand tot het leste, in zulker voege, dat de onzen gedwongen waren den rooden haan op het dak te steken, tot ze zich moesten overgeven of blakeren! Ze hebben het ergste gewild en het Slot werd tot puin verbrand.”