Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/71

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

die zij moeten voldoen en botvieren en in beoefening brengen, al hadden ze ook niets bijeen te zamelen dan de schatten van anderen, of uit te winnen dan het goed dat nimmer voor hen zal zijn.

Zoo had dan Teresia, toen zij zich een weinig op Lauernesse bevestigd zag, onder den schijn van zich nuttig te maken, langzamerhand den teugel van het huisbestuur tot zich getrokken; en toen zij dien eenmaal in handen had, was niets natuurlijker, dan dat zij haar stelsel van spaarzaamheid op den kleinen Staat toepaste, zooveel het haar gegund was. Men denke, of ook de stoet van Ottelijne’s bedienden de oude Spaansche met al hun hart verwenschten; of ze niet een verdedigend en aanvallend verbond hadden gesloten tegen de spaarzucht, en zelfs tegen de persoon der laatste; en of niet in de bitse twisten, die zich van tijd tot tijd onder haar dak verhieven, de goedige Jonkvrouw, die de dienstvaardigheid harer bloedverwante had genomen voorwat zij scheen, niet somtijds gehouden was de laatste in het ongelijk te stellen, zoo zij getrouwe menschen, die haar met liefde dienden, niet wilde prijsgeven aan noodelooze ontbering en bekrimping. Zij had dan ook Teresia zekere grenzen gesteld, die deze nooit moede werd bij iedere schoone kans te overschrijden. De tweede sterk uitkomende zwakheid dezer goede vrouw was dweepzucht, de gloeiende dweepzucht der Spaansche van een bekrompen oordeel. Na gasten, haatte Donna Teresia niets zoozeer dan ketters. En men was zeer licht ketter in haar oog. Men was het, als men de Maagd Maria slechts gelijke eer toebracht met het Goddelijk Kind. Men was het, als men slechts eenen glimlach van twijfel waagde, ik zeg niet aan de wonderkracht van eenen der tanden der Heilige Teresia, maar alleen van twijfel, dat die, welken zij in bezit had, wel waarlijk getrokken was uit het kakebeen van de schoone Heilige zelve. Vader Boudewijn zelfs was voor hare vierschaar veroordeeld geworden, toen hij eens met hoofdschudden van hare Vaderlandsche inquisitiefeesten had gewag gemaakt. Zij riekte eenen onrechtzinnige op drie mijlen, afstands, zooals de reus in het sprookje het menschenvleesch!